VANUIT EEN GEZICHTSHOEK
Het reizen, of misschien zelfs je leven, vanuit een bepaalde gezichtshoek bekijken, is een waardevolle bezigheid. Lijkt me zo! Ja lezer en je gaat je eigen gang maar en neemt heel andere gezichtspunten in dan hierbij in deze korte vertellingen is gedaan. Zegt in jezelf: ‘Waar en hoe heb ik eigenlijk in mijn bestaan iets met appels te maken gehad?’ ‘Welke auto’s heb ik bezeten?’ Bedenk het maar!
En natuurlijk kan een en ander al te onnozel worden of heb je er weinig over te vertellen. Maar dan zoek je in het brein naar gezichtshoeken die nu juist voor jou weer waardevol zijn. Vrouwen? Olala, daar is al zoveel over verteld. Minnaars, voor de vrouwelijke lezers? Daar willen we nog wel iets over horen. Maar heel gewoon, ’t kan ook over je ervaringen met koffie gaan. Ondertussen, dat kun je, lezer, billijken, wordt het voor schrijver dezes een beetje moeilijk om veel zinvols naar voren te brengen over trivialiteiten die zich op buitenlandse reizen hebben afgespeeld. ’t Begint als hij niet oppast, een beetje op ophoesten te lijken. Wat heeft hij bij voorbeeld in het buitenland meegemaakt op het gebied van appels? Het enige wat hem zo gauw te binnen schiet is dat hij waarschijnlijk – waarschijnlijk, want de momenten schieten hem niet te binnen – geregeld appels heeft gegeten op zijn reizen, Appelproducten heeft geproefd; appelsap heeft gedronken. Dit alles hoort immers bij het decor, de werkelijkheid, het gewone aspect van reizen?
Lang geleden, in de jeugd, toen de indrukken van het nieuwe dikwijls fel waren, herinnert hij zich nu die tocht naar Bretagne waar hij voor het eerst kennis maakte met cider of appelwijn. Waarschijnlijk was dat al in Normandië, immers het appelland bij uitstek. Ook schoot hij een keer, in een ver land, bij een geïmproviseerde handboogwedstrijd, bij het eerste schot van grote afstand midden in de roos, waarbij de gezellen direct ‘Wilhelm Tell, Wilhelm Tell, een schot in de roos.’ begonnen te roepen en dan moet je natuurlijk aan de appel denken die deze Zwitserse of kantonese vrijheidsstrijder van het hoofd van zijn zoontje schoot. In mijn geval ging het tweede schot, dat ik dus beter niet had kunnen ‘lossen’, volkomen naast. We zijn natuurlijk blij als we op onze buitenlandse reizen in hoogstammige, oude, en knoestige appelboomgaarden terechtkomen. Misschien heb je er zelfs wel interessante avonturen beleefd, een tent opgezet, god mag weten wat, maar bij mij komt niets van dien aard naar boven.
Is er nu, bij al die reizen, niets meer dat ik over appels kan verhalen? Appelstroop heb ik al in één van de korte vertellingen genoemd. Appelbomen groeien in Normandië en op veel andere plaatsen. Enige jaren was ik in de tropen en daar groeien weer geen appels. Ik heb ze vast wel in Duitsland gezien, gegeten, maar hiervan herinner ik me niks. Dan maar met een gedichtje eindigen.
Appels, boomgaarden, je hoort bij mijn jeugd.
Ik draag jullie mee als een herfstfeest.
Knoestig in vorm en bladeren vergeeld
Je hoort bij mijn land, zelfs laagstammig.
In lente bloeiend wit nog het meest.