Ben ik de laatste jaren, na het schrijven van Vergeten Vakanties, nog in Frankrijk geweest? Nee, niet dat ik me kan herinneren. Wel in Rome en hetgeen in het verhaaltje Kathedralen staat, namelijk dat ik het Forum en het Colosseum nooit heb gezien – in werkelijkheid, want in mijn jeugd al kennis genomen door foto’s ervan – gaat niet meer op. Alles verandert en wij veranderen mee. Een oude Romeinse waarheid?
En allemachtig, na het herlezen van enkele korte verhalen over die reizen naar Frankrijk voel ik een grote behoefte om nog iets over het land en het daar geziene of meegemaakte te vertellen. Laten we het brein nog eens activeren. Of nee, nee, laten we de komende dagen nog eens proberen ons iets van het beleefde in dat land te herinneren en het, mits niet al te onnozel, weer te geven. Onnozel, nou ja, te gewoon, alledaags, zogenaamd interessant, persoonlijk, intiem, bong, bong gaat de gong en lezer, je begrijpt me wel.
Maar wat heb ik al dan niet al verteld? Dat we op een avond, het werd al donker, in een nevenstroom van de Maas zwommen? Dat beeld is nog zo duidelijk. Je hebt een hele middag in de zon gereden, in een auto, behoorlijke afstand en bent moe en gaat zwemmen en je vergeet de hele middag maar het beeld en de rust en de sfeer en het gezelschap bij het zwemmen en zelfs je prettige gevoel daarbij kun je nog oproepen. En zo zijn het vooral fragmenten die je onthoudt en het mag dan herinnering zijn, ‘ t zijn toch vooral de gevoelens die deze herinnering in je geest hebben laten beklijven.
Dat is, denk ik, het algemene vakantiegevoel. In die zin denken we aan warme vakantiedagen, aan een strandje, een bosplek, een terras, een draaimolen in Parijs.
We kennen abc vele landen, steden, dorpen, velden alleen maar door de vluchtige impressies die in onze ziel zijn gebrand. Ah, veel liggen er verborgen, maar als we de foto’s bekijken komen ze weer naar voren.
Die cadillacs op het plein. O nee, daarover heb ik al geschreven. Het groene water in mijn jeugd in Saint Malo? O ja, in het verhaal ‘Eidetisch’ schrijf je: ’Ook kan ik me goed het groenblauwe water, á la de Méditerranee, bij St. Malo voor de geest halen.’’ En in de schets ‘Bekend terrein’ staat, even ter herinnering, ‘In Frankrijk geweest en hebt een Franse stad gezien, bent over het groene water van Saint-Malo gevaren, hebt gezwommen aan de rotsige kust van Bretagne, enzovoort.’ In de jij vorm, dus die t achter hebt is wel goed.
Ik zie me nog aan de kant van de weg zitten in Zuid Frankrijk, liftend en kersen etend. Ook al verteld, meen ik. Misschien niet, kan het niet vinden. Een beetje zoeken in het brein naar het vergetene. Kom op!
Ach, alles kun je niet vertellen. Heb ik al verteld van het paddengezang op die boerderij, bed and breakfast, in Noord Frankrijk? Met mijn vrouw destijds en we waren verliefd en nu, alleen in een klein huisje in Nederland, hoor ik het gekwaak in de vallende avond alhoewel ik het geluid niet eens na zou weten te bootsen. ’t Is de ruimte van de natuur die de geluiden bijzonder maakt. Ook zie ik ons lopen op een plein in Metz, de regen barstte los, beide schuilend onder een museumplastic-regencape, lopend over een plein, waarschijnlijk made in China want het was bij die tentoonstelling van al die opgegraven ruiters in dat land, en ik heb er nog steeds een goed gevoel bij. Nostalgisch heet dat. Ach lezer, dergelijke gevoelens ken je wel!
Nog één dan waarvan ik werkelijk weet dat ze nog niet in de vorige schetsen staan. En de rest, en ooit schiet er nog wel een beeld naar voren, is in de nimbus verdwenen. Daar gaat-ie. In de stad Nijmegen in de Sint Stevenskerk is een gehavende muurschildering van Sinte Ontcommer, de vrouw met de baard, aan de kruispaal genageld.
Die heilige met haar verhaal zag ik voor het eerst in een kerkje in Wissant, in Frankrijk vlak over de grens. Schilderij of beeldje, weet ik echt niet meer maar het verhaal van die heilige leerde ik daar kennen en dat is als volgt. De knappe Portugese koningsdochter, ’t was in de tweede eeuw na Christus, was in het geheim Christin geworden en toen de heidense koning van Sicilië naar haar hand dong weigerde ze hem te trouwen. Ze vroeg God om haar te helpen en die zorgde ervoor dat ze een zwarte baard kreeg waardoor, ach om welk een kleinigheid verloochent de liefde zich, zij als bruid onaantrekkelijk werd. Als straf kruisigde haar vader haar en zo is ze in de 15e eeuw vanuit Lucca in Italië heilig geworden en hangt nu in de kerk Sint Stefanus en het kerkje van Wissant en de hemel mag weet in hoeveel andere kerken op heilige plaatsen. Een altaar in Praag; geschilderd door Jeroen Bosch; een bedevaartsplaats in Steenbergen, een redster van hen die in kommernis leven.
Je hebt bij Wissant trouwens een goed uitzicht over Het Kanaal, daar bij die badhokjes die bij ons zijn verdwenen en zoals je weet is Het Kanaal de drukste zeeroute op de wereld en we zagen ook een schip en ik kon niet nalaten te denken: ’Nou, als dat druk is.’ maar dat is natuurlijk de gedachte van een leek want in de grote ruimte zie je niet zoveel maar kan het wel degelijk druk zijn.
Verder weet ik niet zoveel meer over Frankrijk te vertellen wat betreft eigen belevenissen terwijl er natuurlijk onderweg nog veel meer is gebeurd. Enkele dingen onthoud je en de rest verdwijnt Ins Blaue Hinein. Wat je onthoudt komt steeds terug en wordt een verhaal, net zoals gebeurt in de geschiedenis. De rest rust in stilte en vrede. Echter, nu je weer eens naar foto’s kijkt komen vele ‘vergetenissen’ en gevoelens naar boven maar soms vraag je je ook in verbijsternis af: ’Waar was dat en wat gebeurt daar’? En ook denk je: ‘Foto’s bekijken kan gevaarlijk zijn.’