TOT NU TOE
Tot hier toe heeft de heer mij gebracht en tot nu toe schreef ik de vertellingen in een vloek en een zucht, met een zeker gemak, achter elkaar op, maar misschien moet ik nu een korte spanne tijds rust nemen om er nog een aantal bij te maken. Zij zijn ook allemaal naar waarheid geschreven, dat wil zeggen dat ze op gebeurde belevenissen stoelen. Maar nu ging ik denken; laat ik er één verzinnen, bij voorbeeld over een bootreis op de Yang-tse-Kiang, maar daar ben ik helemaal niet geweest en als de lezer het merkt, hoe kan hij mij dan nog vertrouwen? Ook als hij het niet merkt kan hij me niet meer vertrouwen en dat kan ik moeilijk verdragen.
Mark Twain, de schrijver van Huckleberry Finn en Tom Sawyer schreef trouwens, over een rivier gesproken, ‘Life on the Mississippi’ over de tijd toen hij loodsman was op die rivier. Kort voor de Amerikaanse Burgeroorlog van 1865-1870. Van dat boek zal ik hier een kort resumé geven zodat er bij deze vertellingen ook eens wat van een ander te berde komt. Maar daar laten we het dan bij, want zoiets is natuurlijk niet de bedoeling. Hij heeft nog op die prachtige raderboten gevaren, zo’n boot met een groot draaiend rad aan de achtersteven, maar juist in zijn tijd werden ze langzaam maar zeker vervangen door stoomschepen. Welnu……………..,maar wacht eens even, zo gauw wijken we niet uit en dat boek kun je zelf wel lezen zonder dat ik het hier ga vertellen.
Zelf ben ik een keer de Rio São Francisco met een raderboot afgevaren en heb daar nog een tamelijk lang verhaal over geschreven. Het was de beste verbinding tussen Noord en Zuid in het binnenland van de staat Bahia en een heerlijke ervaring. De tilde op de a van São geeft de mooie zangklank aan veel Braziliaanse woorden. Dan krijg je de Braziliaanse klank die bij het woord past. Voor Tom Sawyer en Huckleberry Finn hoort overigens, nu we toch zo bezig zijn, ‘The Adventures of’ te staan. De boot, die in Bahia, liep regelmatig vast op zandbanken maar dat was normaal en men wachtte dan tot de rivier weer wat gezwollen was en ging verder. Het klinkt me nu vreemd en van veraf in de oren. Hoe was het ook weer precies? In ieder geval regelmatig en diep in mijn geheugen geprent. Ik kan hierbij zweren dat ze vast liep en weer vlot kwam. Er zaten altijd een paar lui op de voorplecht die een keer per dag – of twee keer per dag? – de wal opgingen met jute zakken over hun hoofd om het daar opgestapelde brandhout, nodig voor het stoken van de machines, aan boord te brengen. Overigens schijnt de rivier nu gekanaliseerd te zijn en aan irrigatie en elektriciteitsopwekking te doen. Ik zat met enige andere richards, waarvan ik de armste was want in het binnenland heb je heel rijke grootgrondbezitters en kooplui, aan de tafel van de kapitein die heel wat te vertellen had. Hij voer al dertig jaar van Pirapora naar Juazeiro. Mij vonden ze interessant omdat ik uit Europa kwam, dat was toen nog zo. Over de armoede op het benedendek zal ik maar niet teveel zeggen want dat stinkt teveel. Trouwens dat staat ook in het langere verhaal dat ik erover schreef. De beste roman die ik ken, naast een 20-tal die ik ook met genoegen het beste noem, gaat over de sertão, het droge scrubland waar we doorheen voeren en heet ‘Diepe wildernis: de wegen’. Van João Guimarães Rosa. Allemaal tildes op de a. Waarom? Dan klinkt het bij uitspraak als aung, of ais; ongeveer; nasaal. Een bijzonder, vreemd klinkend, boek dat als volgt begint:-’Niks niemendal. Die schoten die u hoorde waren niet van vechten., nee God zij. Ik was het, scherpschieten op een boom, in de achtertuin, beneden bij de beek. Doe ik dagelijks, doe ik graag; al sinds mijn jongelingsjaren. Daarna kwamen ze me roepen. Wege een kalf, wit kalf, verdwaald, verweesde ogen – was wat men zag- ; en met het masker van een hond.’