Onder het kopje Hesperidentram in deze website wordt vermeld dat de tram in Oost, Noord, West van de stad Amsterdam rijdt en dat haar tocht ook door Zuid en Centrum vervolgt zal worden. Maar dat was in 2015 en 2016 en daarna is ze stil blijven staan totdat ze nu in 2025 weer tevoorschijn kom. Bij deze! Maar in verkorte vorm –beginstukjes – want schrijver dezes beseft ondertussen dat deze website misschien toch meer geschikt is voor korte uitbarstingen en gedichten. Dat hele verhaal over de tram zou bovendien, alhoewel het wel een vleugje experimenteel aandoet, best eens geschikt kunnen zijn om als kort verhaal in te zenden voor het boekenweekgeschenk van 1926. Nou ja! Overigens met genoegen het boekenweekgeschenk De krater van Gerwin van der Werf gelezen en die dook ook ineens als het ware uit een onbekend verleden op.
ZUID
De Méditerranée is ons Zuiden. Romeinen lagen al op de Hunnerberg; trokken daarna met hun legioen – het tiende, het befaamde LXG Legio X Gemini – naar Pannonië. We worden bestormd door Roomse horden, dan weer door Franken of Bourgonnen, zodat we nu alle reden hebben om op een terrasje te zitten. Bij de Torenmolen die tussen tanden tranen toont, tussen tieten tyfonenlust.
CENTRUM
Op de weg ligt de glinsterende rails. Staal gaat over staal en afschuwelijk: een voorstelling van een ongeluk verschijnt. Staal snijdt vlees. Blik, staal, mes, vlees, brrrrr, walgelijk.
Duizenden doden op de weg waar sommigen, bbuhh, uit wrakstukken worden uitgesneden. De gewonden: mededogen, weemoed, deemoed., vlucht. De tram zucht door de straten; heeft teveel gezien.
We voegen hier nog maar een Amsterdamse scene toe.
Adamse Scènes
– Het mocht en daarom is het natuurlijk gebeurd. En zonder aarze¬len werd het schot afgevuurd. En er viel een dode, het was een goed schot. Gekomen vanuit de heup. Midden in de stad was het en de dode ligt er, zomaar, op de tegels, onder de kapstok. Het mocht omdat de man beledigd had en ook… geld schuldig was. Maar voor de wet mocht het niet en daar hoor je de sirenes al en de blauwe petten komen binnen. En nu komt het onderzoek. En het fouilleren en de stad is er niet veiliger op geworden. Nee, zeker niet.
– Dit is een theater. Daarvan zijn er heel veel in deze stad. Hoe heet de stad? Amsterdam. Een grote stad die op palen is gebouwd. Maar wat heet groot tegenwoordig. Er is oefening op het toneel van het theater. En alles mag. Want het is modern. Wacht. Meer dan modern; postmodern. En drie actrices. Één helemaal naakt en een ander met drie blote borsten. Een spannend stuk en de zaal stroomt vol. De derde borst springt er uit. Gaat een eigen leven aan. En groeit en groeit. Een symbool. Een teken. Welja… Overal in de stad zie je “De Borst'” op grote plakkaten.
En nu zit je maar te puzzelen en te wikken en te wegen wat te doen met die teksten over Amsterdam. Iets uit WANDEL? met plaatjes. Een boekje van maken? Of wat meer stadsscenes op de website. Of stukjes uit het verhaal?
De tram, die ouwe sukkel, is geel maar verandert per straat van kleur. In de 44e straat is hij blauw, in de Lairessestraat groen, op de Kunggötan rood en paars op de Via di Roma.
Kameleontalig volgt hij de weg van de tram, de weg van iedere tram, de lijdensweg, de heroïsche weg, zoekend naar eindpunt en doel, ontcijferend betekenis tussen het drukke verkeer, tussen de blikken vierwielen en de ijzeren tweewielen en de vleselijke tweebenen. Een hond blaft.
Blaf hond, spreken kun je niet.
In de ruïnes van het oude Ajaxstadion is een vleerhond gesignaleerd. Omringd door een leger van vleermuizen, zijn pages, regeert hij in de schemering van de buurt.
Iedereen blijft binnen: vanzelfsprekend. Wie zou het wagen naar buiten te gaan?
De vleerhond regeert, stelt metten en wetten. Zuigt bloed van vergeten kinderen, blaft schor. Jaagt op maagden, hij ruikt ze, slaat zijn slag, heeft geen eer, heeft geen genade, treft zeker en doodt zonder wroeging of enig berouw. Wie zal hem weerstaan? Blijf binnen. Wees stil. Men huivert achter gesloten gordijnen. Trams rijden er niet in de schemering.