Rusland wordt een oligarchie. Je moet me maar geloven als ik je vertel in Siberië geweest te zijn. Hoe dikwijls was ik er immers in gedachten, als ik een boek las van Sjalamov, dus zelfs in de kampen. Of volgde de anarchist prins Kropotkin die onderzoek deed naar de gebergtestructuren of las van Dostojewski Aantekeningen uit het dodenhuis.
Volgde ik Tsjechow niet helemaal naar Sachalin en reed ik, maar deze keer in een slecht boek, niet mee met de Siberië-express? Ook heb ik, welzeker, de koerier van de tsaar naar Omsk en Tomsk begeleid en toen Soltzjenitsjin uit zijn ballingschap terugkeerde, door Siberië naar huis, was ik erbij toen hij tegen Tanja zei, de vrouw van die oude apparatsjik: ‘Rusland wordt een oligarchie’.
Ach, zo lang al ben ik thuis in Siberië. Zak met houtvlotters de rivieren af. Bezoek de Jakoeten en bestudeer het shamanisme. Huil met de wolven in de toendra. Kijk, de sneeuwhaas en zelfs de poolvos heb ik gezien. Gelukkig heb ik een RAF-pilotenjas, waarvan de binnenvoering en de buitenvoering uit één stuk zijn gemaakt en heb het dus nooit koud. Althans bijna nooit want ook de ijselijke temperatuur van vijftig graden Celsius onder nul heb ik geproefd.
Bij het Baikalmeer verbleef ik langere tijd.
Een schilderij, afgebeeld in het boek Natasja’s Dans van Orlando Figes, waar ik lang naar kijken kan, is de Vladimirka van Isaak Levitan. Een zandweg die naar de oneindigheid voert in de toendra en taiga. ‘Dit was de weg waarover Ruslands veroordeelden naar hun ballingsoord in Siberië reisden.’ Ach mensen, hoeveel ellende in dat land. De weg symboliseert ruimte en vrijheid en roept toch tragische herinneringen op aan gevangenen.
Ach lezers, dit is allemaal gelogen. Ik ben nooit in Siberië geweest. Deze korte vertellingen willen op waarheid gebaseerd zijn en daar keren we als de wiedewiedeweerga naar terug. Daarom delen we mee dat de Kama de langste zijrivier van de Wolga is en in Europa ligt.
Bijna is me ontschoten dat je ook wel eens ziek bent op reis en dat is mij ook wel eens overkomen. Echter heel weinig en het kost me moeite om daarvan iets terug te vinden. Het meest in het oog springende was toen in Jutland. Daar kon ik moeilijk, heel moeilijk lopen en strompelde vaak achter mijn schilderesje aan. Mijn meniscus was beschadigd en thuis gekomen onderging ik een inkijkoperatie. Verder vast wel eens een dag misselijk geweest of hoofdpijn gehad. Vermoed ik en o ja, een keer een verzwikte voet. Veel te wild geprobeerd om ééntweedrie skieën te leren, want daar ga ik dan voor. Ik vertel je dit maar om te tonen dat ik voor de waarheid niet terugdeins en heus wel gereisd heb.
In Siberië ken ik de route uit mijn hoofd; West-Siberische laagvlakte, Jekatarinenburg of Sverdlovsk, de namen veranderen nog wel eens, Ob, Jenissei, Omsk, Tomsk, Novosibirsk, Irkoetsj aan het Baikalmeer tot aan Vladiwostok bij de zee van Ochotsk. Ooit zwierf de Gouden Horde er rond die zo’n invloed op de Russische cultuur heeft gehad. Rusland is toch Europees? Ook wel ja, maar zo eenvoudig is het allemaal niet. Als je rondreist hoor je nog eens wat. De koelakken in de Siberische dorpen vertelden me heel wat verhalen. En waren het nou Boerjaten, Jakoeten of Kirgiezen die ik ontmoette? In ieder geval hielden ze er nog shamanistische gebruiken op na en genazen me van een ellendige longontsteking waaraan ik wel dood had kunnen gaan.
Afbeelding boven: Ivan Sjiskin; De Kama bij Jelaboega- 1895
Vladimirka, de weg naar de ballingsoorden in Siberië;
Isaak Levitan – 1892