Over het lezen van een dik boek

Om de zoveel tijd komen we er weer eens toe om een dik boek te lezen en nu zijn we begonnen aan 2666 van Roberto Bolaño. Achter op de kaft staat; ’Deze roman is van een duizelingwekkende grootheid PAROOL’. Meer dan 1000 dichtbeschreven pagina’s. Wel hebben we ons voorgenomen. 1) Als het na 50 bladzijden niet boeit, dan stoppen we ermee. 2) Als we verder gaan maar toch twijfelen vragen we ons na iedere 50 bladzijden af of we toch niet zullen stoppen. 3) We gaan het langzaam lezen, nemen er een paar maanden voor en vermijden de haast. 4) Beschouwen het als een bijboek. Bij een ander boek dat we lezen.

En natuurlijk lees je Don Quichotte achter elkaar  uit. Dat is dan ook wel een heel bijzonder boek. Dikke boeken uit het verleden zijn gelouterd. Dikke boeken uit het heden wantrouw ik. Al die dikke pillen van tegenwoordig. Is Vrijheid (Freedom) van Jonathan Franzen  echt zo’n wereldboek? Je hoort er nu  al niks meer van. Dikke boeken benader ik tegenwoordig  behoedzaam en ik ben verbaasd als ik jongeren in de trein met zo’n dikke pil zie zitten. Waar halen ze de tijd vandaan? Wat 2666 betreft; ik heb er stukken uit gelezen.

Alles goed en wel,

Heb me door het boek 2666 van Bolaño half en half heen gewerkt. Zo nu en dan lees ik er nog een paar bladzijden uit. Achteraan in  ‘Het deel van Amalfitano’ noemt hij vijf korte boeken die ik iedereen kan aanbevelen en wel Die Verwandlung, Bartleby, Un coeur simple, A christmas Carol en Breakfast at Tiffany’s. En, hoewel ik ‘tegen’ veel dikke boeken ben, heb ik ook genoten van Buvard en Pécuchet van Flaubert en kan Leven & Lot van Vasili Grossman van harte aanbevelen.