Ik heb de witte water-lelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in ’t licht.
Rijzend uit donker-koele vijvergrond
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.
Nu rust zij peinzend op het watervlak
En wenst niet meer…
Dit is De Waterlelie van Frederik van Eeden. Maar ook lees ik in een boek ; ’Waterlelie, moeraslelie (maar Francisco, oude vriend, ruiken waterlelies niet eerder naar bedorven vis? Ben je soms niet met mij wezen vissen in het moeras en weet je dan niet maar al te goed hoe waterlelies stinken, de nymphéas die Monet* even obsessief als fraai schilderde omdat ze er zo prachtig uitzien op een schilderij? Ik zal ze je weleens laten ruiken, dan herinner je je vast die onaangename lucht uit je kindertijd weer) en ik denk, wáár, maar de doordringende modderstank ervaar ik toch niet als zo onaangenaam en altijd kijk ik met veel genoegen naar de waterlelies. Zo is er van alles over waterlelies te zeggen. Gelukkig maar! Literatuur is veelzijdig.
*Claude Monet Nympheas 1915 Musee Marmottan Paris