Nummer 58 van de tuingedichten

Wilde tuin

Wij hebben een kleine tuin, een wilde tuin,
Verwilderd maar toch grijpen wij wel in.
Soms als we er zin in hebben. Niet al te vaak,
Gelukkig ken ik mensen met verzorgde tuin.
Zodat je je de weelde kunt veroorloven.

Veel ideeën zijn op bovenstaand gestoeld.
Zo woelt er heel veel wilds op in je brein
En veel daarvan zegt ‘als’, ja ‘als’ …. , dan zou de wereld
beter zijn. Toch is mijn tuin verwilderd een festijn.
Van variatie en een levensles; kijk ‘t stenen
paadje naar het hek raakt overmand van gras.
Nu zie ik pas hoe eens heel Rome overwoekerd was.
Je ziet hoe d éne plant de ander verdringt en als ….,
Ja als dat nu eens anders was? Maar wacht eens was
dat niet van God de wens: In zweet des aanschijns
zal het brood gewonnen worden. Ja maar…. ,
daar gaan we weer. En zie de vlinderstruik
trekt bijen aan en zo gaan wild en zorg voor elkaar,
zo gaan ze samenwerking aan en uiteraard
zie je dan compositie ook en aardigheid ontstaan.

We gaan wat ver, maar toch zo’n tuin met soms
een schoffel er doorheen en daar maar wat gesnoeid
levert gedachten op en doet je peinzen over
veel en menselijk geluk en of dat mogelijk is
en voortbestaan en wat daaraan natuurlijk is.
Het zij gezegd, je invloed is gering en uiteraard
is ’t een mooi ding een tuin te wieden en te zaaien,
daar draaien we echt niet omheen. Met borders
prachtig en in vele kleuren. De geuren van
natuurcultuur zijn preferabel, maar met mate.


 

Plaats een reactie