Gisteren kocht ik in Dordrecht bij een antiquariaat op de Groenmarkt het boekje ’De maker’ – El hacedor – van Jorge Luis Borges en vandaag lees ik daaruit op een terras in de Hatertse vennen en denk: ‘Wat is de wereld toch klein geworden’, want je moet je eens indenken hoe je grootouders hierover hadden gedacht. En toch, denk ik ook; ‘Wat een provinciale gedachte’, want we leven in 2015 en je kunt nu iemand ontmoeten die zegt, terwijl je bij voorbeeld op dit terras zit: ‘Gisteren was ik nog in New York en las een verhaal van Jorge Luis Borges, terwijl ik op een terras zat.’
En toch is de wereld ook groot geworden.
Na het terras struin ik door de Hatertse vennen en al gauw kom ik bij een bedoeninkje dat me erg aan het geitenweitje van wie ook weer? – Op het geitenweitjes, staat het kleine geitje, naast de grote geit –, een gedicht, doet denken, maar er staan drie ezeltjes in een weitje.
Lieve beestjes die naar me toekomen en ik laat ze aan het boekje ‘ De maker’ ruiken. Het lijkt wel of ze het herkennen, want ze ruiken er, terwijl Jorge Luis Borges toch voor een diepzinnige en moeilijke schrijver doorgaat, met belangstelling aan en schijnen het te begrijpen. Tja, ezels horen bij de Spaanstalige cultuur en ik denk aan de ezel van Sancho Panza, de dienstknecht van de ridder van La Mancha, aan Don Quichotte.
De wereld groot geworden? Al die verbanden en nieuwe indrukken. De wereld klein geworden? Nu ja, al die reizen en mogelijkheden. De wereld verbeterd? Nu ja, soms wel, soms niet. In ieder geval kocht ik gisteren ´El hacedor´, al slenterend langs de havens, in de binnenstad, door stegen. In Dordrecht.