Zinnen om over na te denken (1 t/m 10)

Oorspronkelijk – oorspronkelijk? – hadden we tussen de categorieën in de website nog een vakje, een rubriekje geplaatst met de naam: ‘Een zin om over na te denken’. Als je dan naar lees verder ging kwam je in de tekstruimte waar zo’n zin stond. En iedere maand wilden we dan zo’n zin geven of citeren waarover de lezer kon nadenken. ’t Moesten eenvoudige zinnen zijn of dubbelzinnige zinnen.

Aan deze blog worden regelmatig nieuwe delen toegevoegd, de blauw weergegeven titels (hieronder) hebben een hyperlink naar het betreffende deel.

DEEL 1 (geplaatst 16 jul 2015)
DEEL 2 (geplaatst 27 okt 2015)
DEEL 3 (geplaatst 19 dec 2015)
DEEL 4 (geplaatst 19 mei 2016)
DEEL 5 (geplaatst 31 mei 2016)
DEEL 6 (geplaatst 29 nov 2016)
DEEL 7 (geplaatst 13 mrt 2017)
DEEL 8 (geplaatst 23 sep 2017)
DEEL 9 (geplaatst 26 jan 2018)
DEEL 10 (geplaatst 2 okt 2018)

 

 

DEEL 1 (geplaatst 16 juli 2015)

Maar ’t is om technische redenen niet doorgegaan. De ruimte kwam in het gedrang. ’t Is echter toch een goed idee. Als je leest zie je immers dikwijls zinnen die je aan het denken zetten. Heel gewone die je ook wel op straat hoort. ‘Hij kan me wat’, bij voorbeeld. En als je er op gaat letten gebruik je ze zelf ook vaak. Meestal hebben we het niet eens door en praten we er over heen, maar onze taal is meer geladen dan je wel denkt. Let er maar eens op. Op je eigen zinnen, bedoel ik. En juist de heel gewone. Bij voorbeeld: ‘Misschien heb je gelijk.’ Is dat geen zin om over na te denken? Of; ‘Ik ben voor (of tegen) de Grexit.’ En dan zijn er nog de bijzondere die een status hebben. Karl Kraus van de Fackel in Wenen beweerde in zijn geruchtmakende tijdschrift: ’Als ik uit twee kwaden moest kiezen, zou ik geen van beiden kiezen.’ De Ier en schrijver Oscar Wilde was er een meester in. Maar dan noem je het eerder een bon mot, waar de Fransen, naar men zegt, ook goed in zijn.

We hadden dus al een paar zinnen bedacht voor onze rubriek die niet doorgaat. Eenvoudige zinnen. Die aanleiding geven tot nadenken.

Maar allee, nu het toch niet doorgaat geven we ze hier maar weer.

’t Zijn misschien wel zinnen waar je helemaal niet over na hoeft te denken. Ook mogelijk. We waren al tot de conclusie gekomen dat enkelen niet deugden. Gewoon te gewoon waren. Maar dat doet er nu minder toe. Hierbij dus;

– De wet van de grote getalen.

– Bruin weer vandaag.

– Vandaag graag erwtensoep.

– Over niets en er voorbij.

– Gnot kwam voorbij.

– Beukennootjes rapen.

– En de oorlog ging voort.

– Ik heb er zin an.

 

DEEL 2 (geplaatst 27 oktober 2015)

 

-Leren = parallellogie.
-Denken is omgaan met parellellogie.

Uit Congolese wiskunde van In Koli Jean Bofane. In het hoofdstuk Repeterende breuken.
– ‘Daar stond dat; een getal x dat een oneindig aantal waarden doorloopt als limiet het vaste getal a heeft, als het verschil tussen a en x in zijn absolute waarde lager wordt en blijft dan ieder positief reëel getal  dat van tevoren gegeven is, hoe klein x ook is.

  • Lekker weer is op.

Uit Generatie  A van Douglas Coupland.
– ‘Zack, een happy end bedenken omdat je vindt dat er iets een happy end moet hebben, komt neer op masturbatie van je brein.’
Uit hetzelfde boek:- ‘Jacques hield van lezen en alleen omdat die activiteit hem het gevoel gaf dat hij een individu was en niet een taartpunt in een PowerPoint-presentatie of een staaf in een volkstellingsdiagram.’
Uit hetzelfde boek. In het verhaal van Harj voor De man die zijn verhaal kwijtraakte (blz.238).
– ‘Die verhalen zijn een efficiënte manier om cruciale darwinistische informatie over te dragen.’

En zo verdwalen we in: ‘zinnen om over na te denken.’ En de bedoeling was eigenlijk zinnen van de straat.  Schreven we niet, lees maar terug: ‘En juist heel gewone.’ ? Jawel. Nou en… !?’
We schreven toch ook: ‘als je leest’? Inderdaad.

–  Hou m’n hand vast.
– Krijg de klere.
– Vrede zij met u.
– Het braaf houden.
– Inktzwammen, vliegenzwammen en boleten niet om te eten.
– ‘EEN ZIN OM OVER NA TE DENKEN’ is een zin waar je niet over hoeft na te denken.
– Niets is simpel, alles is eenvoudig.

Ik heb wel eens gehoord dat als je een chimpansee – of was het een orang-oetan?- de letters van het alfabet achter elkaar zou laten schrijven als hij – of zij?-onbeperkt de tijd had, er op een zeker moment Ulyssus van James Joyce uit zou komen – of was het Nooit meer slapen van W.F. Hermans?-.
Ik kan me dit maar moeilijk voorstellen, maar als je aan de eeuwigheid denkt

– of pakweg 14 miljard jaar- , kun je je het toch een beetje voorstellen.
De letters van het alfabet liggen dan in geweldige hoeveelheden – de aarde bedekkende? – om deze mensaap heen, dat spreekt vanzelf.

Een zin om over na te denken: ‘ Is dit wiskundig uit te drukken?’

EEN HELEBOEL ROMANS, gedichten, stuff lezen heeft eigenlijk weinig zin want je onthoudt er bar weinig van. EN NU KOMT ER TOCH EEN FLARD NAAR BOVEN over een verhaal dat ik eens las en dat ging over iets van kansberekening in een collegezaal en de professor vertelde allerlei
toevalligheden die niet zo toevallig waren en op kansberekening berustten en de studenten kregen dus het gevoel dat er een heleboel wat toevallig leek gewoon een kans is  (maar ook veel niet misschien) en toen kwam er een voorbeeld van een man die met een Chileense was getrouwd en zijn trouwring in de branding verloor aan de Chileense kust in de Stille Zuidzee en veertig jaar later zat hij op een boot voor de kust daar en er werd een vis gevangen en weet je wat er in de maag van die vis zat?
Een tennisbal.
En ik denk dat dit verhaal weer bij me naar boven komt, hoe benaderend ook slechts weergegeven, terwijl ik het meeste ben vergeten en niet eens weet of het wel een tennisbal was, door dat boek Generatie A van Douglas Compton , een Canadees overigens die ook beeldende kunst maakt en laatst in Amsterdam was, dat MIJN FANTASIE PRIKKELT.  EN is de volgende zin niet om over na te denken?
-Het vrouwtje van Stavoren verloor een diamanten ring.

En om je lezer, toch een beetje houvast te bieden, geef ik hierbij de eerste zin weer uit Generatie A, laatste hoofdstuk ‘ HARJ’  die me aan dat verhaaltje – was het van Nabokov?- liet denken en die luidt:’Heel veel dingen beginnen en eindigen in de zee, vinden jullie ook niet?’ en tot mijn verbazing kwam toen dat vage verhaal waarvan ik bij god niet meer wist dat het Überhaupt  in mijn hoofd zat, naar voren. En om bovenstaande toch nog enige zin te geven. Denk eens aan het vrouwtje van Stavoren en vraag je eens af wat je er nog van weet? Hoe zit dat eigenlijk met dat grijze spul onder onze hersenpan?

Om over na te denken:

-Sarina het kind uit de dessa, zij stampte haar padi tot bras.
-Door de Delistraat bolderen de melkwagens in de vroege ochtend naar de kaasfabriek.
-De kaas wordt duur betaald.
-De vis wordt duur betaald.
– In Scheveningen hoorde ik het shantikoor.
– het koor zingt met Matheuspassie.
– Bach en Jonathan Zeemeeuw.

 Zinnen om over na te denken:
– Hoe, wat, waar, wie, was het ook alweer?
– Loitering with intent.’
(Een boek van Muriel Spark heet zo. James Brockway die over Engelse boeken in de NRC schreef, schrijft; ‘De uitdrukking ‘ Loitering with intent’ is uit de Britse jurisprudentie afkomstig. Het is een delict – het is omhangen met kwade bedoelingen, bij voorbeeld om in te breken.)
Dit voeg ik toe omdat je er dan nog meer over kunt nadenken.
– Hier worden uw tapijten, Perzen, Berbers professioneel gereinigd.
– Genoeg, assez, dosta. (zie ook gedicht WANDEL)
– Het leven ontrolt zich.
– Als de woningbouw zegt je moet een nieuwe ketel inbouwen, dan bouwen wij een nieuwe ketel in hè. 
(zie ook pagina 110 onderaan t.m.113 in Cocotte, toen 15 jaar geleden een ketel werd geplaatst, in Berlijn weliswaar.)
– odi et amo -van Catullus.
Nou ja! Is dat nou een zin om over na te denken? Hierbij dan maar het gedichtje, makkelijk uit het  hoofd te leren ook, waaruit het komt;
‘Odi et amo, Quare id faciam, fortasse requiris.’
 Nescio, sed fieri, sentio et excrucior.’

– ‘ ‘k Háát en bemin haar. Waaróm ik dat doe, kun je mogelijk vragen.
    Weet ik niet, maar het gebeurt, voel ik, en ’t scheurt me uiteen.

–  Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb  
  heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.
(eerste zin uit De uitvreter van Nescio).

 

DEEL 3 (geplaatst 19 december 2015)

– Bijna reed ik met mijn fiets een onoplettende vermoedelijk Nederlandse
Marokkaan aan die in een mobieltje praatte en ik hoorde dat heel duidelijk dat
hij zei: ’hakkenahaq hajzjesma’.
– tekst in film Wolfspack: ‘De filmmakers bedanken de Angulo-familie voor het
meewerken aan deze film.’
– Wij wachte hierrr!
– Dan moet je niet op een ander schelden.
– uit Nescio: ‘Het woei nog al, dien ochtend; er stond een flink koudje wind en
het water liep met witte koppen.’
– ‘Mene, mene tekel ufarsin’ staat er op een muur in Babylon, en in de bijbel,
maar ik ben vergeten wat het betekent. (zie Daniël 5, 24 t.m. 28)
– Het betere is meer dan het goede.
– Van geld naar vermogen; Evi van Lansschot.
– Wanneer twee olifanten vechten, heeft het gras daaronder te lijden.
(spreekwoord op wand Afrikamuseum, Berg en Dal).

– Dat is niet mis, is een mooie litotes.
– Dat is geen kattenpis; ook.
– Hoe ouder ik word, hoe meer ik minder denk te weten.
– De hashtag die enorm viraal is gegaan.
– With Prop F gone, Airbnb is now unbeatable; op e-mail in linkedin.
– Na de Tweede Wereldoorlog beleefden de scenarioschrijvers hun eigen
kwartiertje met het op de voorgrond treden van de scenarioschrijver
Cesare Zavattini, een fantasierijke Italiaan met een artisjokkehart, die de film
van zijn dagen een ongeëvenaarde menselijke bezieling gaf. ; uit Het
schemerduister  van de scenarioschrijver in De zee van mijn verloren verhalen
 van Gabriel García Márquez.
– Uw tocht moet eindigen waar ‘d’eeuwigheid begint.
– Staat u mij toe u ervan op de hoogte te stellen dat wij waarschijnlijk een jaar in
die contreien zullen blijven, tenzij wij er door de oorlog verdreven worden.
(uit Voltaire– Briefwisseling met Frederik de Grote 1736-1778 – met de
contreien wordt het grensgebied bij Gulik bedoeld.).
– De financiële wereld moet faciliterend zijn voor de reëele economie.
(uitspraak van Sijbesma, CEO van DSM in Buitenhof van 22.11.’15.)
– Een prins die de vleierij in zijn geschriften bestrijdt, is net zo merkwaardig als
een paus die de onfeilbaarheid bestrijdt. (Voltaire aan Frederik, kroonprins van
Pruisen; Brussel 26 januari 1740).
– De ‘metadata’ van die communicatie, zoals welk nummer met welk nummer
en hoe lang, deelde de dienst met de Amerikanen. (uit artikel Vk van
27.11.’015 ‘Droneslachtoffers naar de rechter).
– (ook daaruit): ‘Uit gelekte documenten, gepubliceerd door de website The
Intercept, blijkt dat de Amerikanen in Jemen en Somalië in meer dan de helft
van de gevallen een doelwit kiezen op basis van metadata.
– De bloei in de knop openbaart zich in de bloem.
– Allemachtig, wat prachtig.
– Het  Lagerhuis bewees dat het op zijn best is als er oorlog in de lucht hangt,
wanneer iedereen de veters probeert te strikken van Churchills schoenen.

– Als je niet verward raakt, begrijp je de situatie niet.
– De tentoongestelde elegantie in het knusse Lagerhuis met de groene bankjes en
de houten panelen deed bijna vergeten dat het onderwerp van het debat een
zwijnenstal is.(bovenstaande drie zinnen uit artikel Vk. Van 3 december 2015
met de kop :’Britten ten aanval tegen IS in  Syrië’)
– Churchill: ‘I can only promise You, blood, sweat and tears’
‘There are tremendous forces in this room.’
– Voltaire aan Frederik II, koning van Pruisen, 8 juni 1770;
– Slechte boeken zijn vaak bijzonder nuttig, omdat ze aanleiding geven tot het
schrijven van goede boeken. –
– Uit de brief 16 maart 1771 uit Potsdam van Frederik de Grote aan Voltaire;
– Ik pas dus wel met u in het strijdperk te treden, uit angst dat mij hetzelfde lot
wacht als een zekere Israël die met een engel ging vechten en daar een ontzette
heup van overhield – (zie Genesis 32,25).
– We houden elkaar op de hoogte.
– Laatst las ik voor het eerst de eerste bladzijde van Eline Vere van Couperus
want ik heb dat boek nooit eerder gelezen en daar stond een woord dat ik niet
kende en opzocht in het woordenboek met de bedoeling om het te onthouden maar ik ben het vergeten en weet alleen nog dat het een ander woord voor
passpiegel is.
– ’t Is zinloos om alles tot je te nemen denk ik nu ik bij Yeats, een Iers dichter,
lees in Autobografieën 2 : ‘ Toen ik enkele maanden voor mijn kennismaking
met Synge vanuit een vissersjol op het middelste van de Aran-eilanden aan land
ging, bracht een groepje eilandbewoners, dat zich had verzameld om te kijken naar de aankomst van een vreemdeling, me naar ‘de oudste man van het eiland’
en door zijn autobografieën blader die soms makkelijk maar vaak als het ware
esoterisch zijn geschreven en niet eentweedrie te volgen omdat ze zich toch in
een andere wereld en tijd afspelen.’
-‘ An iron curtain has fallen over Europe’, heeft Churchill gezegd.
– Deze zinnen, bovenstaand, nalezende, ben je ze grotendeels al weer vergeten,
zodat je denkt dat je al blij moet zijn als je de sfeer ervan een beetje onthoudt of een enkel gegeven zich in je hersenpan nestelt dat je misschien nog eens kunt toepassen of verkondigen ter meerdere glorie van je omgeving om van de
mensheid maar te zwijgen of misschien een kleine aanvulling is op hetgeen je al her en der zo’n beetje weet, en toch alles bij elkaar bepaalt het de cultuur.

– Makkers staakt uw wild geraas.

En toen ging ik de stad in en vroeg me af of ik onderweg, zo aangewaaid, nog zinnen zou horen die je aan het nadenken zetten.

 

DEEL 4 (geplaatst 19 mei 2016)

– De mussen met de heg ertussen.
– Al naar gelang haar toepassing heb ik sympathie voor het kapitalisme en verafschuw het.
– Paradox en oxymoron zijn steunpilaren van literatuur.
– Is mijn fiets gevallen of hebben ze hem omgegooid?
– Op weg naar het hele ei is het halve ei in het voordeel ten opzichte van een lege dop.
– Keulen en Aken zijn ook niet in één dag gebouwd.

James Hutton wordt als de grondlegger van de geologie beschouwt maar had geen rhetorisch talent oftewel kon niet schrijven hetgeen mag blijken uit de volgende schuingeschreven zin; een zin waarvan je kunt zeggen dat je er over na kunt denken omdat hij in zijn boek grondslagen en nieuwe inzichten beschreef die echter pas laat doordrongen en dat vooral omdat de wiskundige John Playfair zijn gedachten later weergaf in begrijpelijke taal: ‘De wereld die we bewonen is samengesteld uit de materialen , niet van de aarde die de directe voorganger daarvan was, maar van de aarde die we, voortkomend uit de huidige, als de derde beschouwen en die voorafging aan het land dat boven het oppervlak van de zee uitstak, terwijl ons huidige land zich nog onder het water van de oceaan bevond’, en inderdaad is deze zin voor mij onbegrijpelijk alhoewel ik aanneem dat ze geen onzin bevat en is het al te begrijpelijk dat Bill Bryson in de ‘Een kleine Geschiedenis van bijna Alles’ schrijft, onder een portret van iemand die er als een geleerde uitziet; ‘Professor John Playfair was een van de weinige mensen die iets begrepen van Huttons rommelige teksten. Hij publiceerde in 1802 een vereenvoudigde versie van diens geweldige maar ondoorgrondelijke opus.’, waarbij we opmerken dat dus niet alleen inhoudelijk uitvindingen en ontdekkingen en nieuwe literatuur, om maar iets te noemen, belangrijk zijn, maar ook de manier waarop deze door anderen verwoord worden en aan de man gebracht, hetgeen misschien bij al de marketing van tegenwoordig nog wel belangrijker is dan vroeger en het helaas zo is dat tegenwoordig veel aan de man wordt gebracht dat de naam van uitvinding, ontdekking of literatuur nauwelijks mag hebben en toch als zodanig wordt gebracht, maar James Hutton had echt iets te vertellen en wordt niet voor niets de grondlegger van de moderne geologie genoemd, waarbij Bryson met recht, alhoewel misschien een beetje pompeus kan zeggen: ’Niettemin schiep hij bijna in zijn dooie eentje en op geniale wijze de geologische wetenschap en veranderde hij onze kennis van de aarde.’, en in het boek ‘Darwin, Wallace en de anderen’ van Alexander Reeuwijk staat: ‘Belangrijk man, die Hutton’, mompelt Redmond, ‘maar volstrekt onleesbaar’ en Redmond is Redmond O’Hanlon die we van de televisie kennen waar hij met zijn rijdend koffertje woestijnen en oerwouden betreedt.”

– WAAR ZIJN DE KINDERSTRAATSPELEN GEBLEVEN?
– Waar zijn de straatkinderspelen gebleven?
– Ollekebolleke riebesolleke ollekebolleke knol.
– In spin de bocht gaat in, uit spuit de bocht gaat uit.
– WAAR ZIJN DE WANDELLIEDJES HEENGEGAAN?
– Koekoek en wielewaal hoor je niet meer.
– De vooruitgang kent vele gezichten.
– Zouden mussen eigenlijk vinken zijn?

 

DEEL 5 (geplaatst 31 mei 2016)

 

20160506_200112 (Small)

Het verhaal De Duivel in de klokkentoren van Edgar Allan Poe vangt zo aan: ‘Over het algemeen weet iedereen dat het mooiste plaatsje ter wereld het Duitse stadje Oelatsoutsein is – of helaas, was.’
– ‘Zum Teufel!’ kreunden ze ‘Dreiteen! Dreiteen! Mein Gott, het is Dreiteen uur!’

– Toen ik dit las en ook nog hoorde dat de grote klok met de zeven wijzerplaten dertien slagen sloeg moest ik natuurlijk denken aan Geheimzinnig Landschap, waar, als Timothy weer thuis komt, -hij daalt de heuvel af – de torenklok dertien bronzen slagen slaat om de middag aan te kondigen en dan: ‘van de glooiende akkers’ de boeren naar huis sjokken.
– De overeenkomsten tussen Haywood aan de Stour en Oelatsoutsein, berusten volledig op toeval.
– Zonder te kunnen tekenen, toch een tekening maken, lijkt me mogelijk.
– Zonder te kunnen zwemmen, toch te zwemmen, lijkt me niet mogelijk.
– Doden, zonder het te willen.
– Laat ik mezelf, voor het ogenblik, William Wilson noemen. (uit verhaal van Edgar Allan Poe).
– Vele jaren geleden sloot ik vriendschap met een zekere William Legrand. (eerste zin uit De Goudkever –The Gold-Bug –van E.A. Poe)
– ‘Een hele dag lang, een saaie, sombere, geluidloze herfstdag, was ik alleen, te paard, door een zeldzaam vervelende streek getrokken; en ten slotte bevond ik me, toen de schaduwen van de avond naderden, binnen het gezicht van het melancholieke Huis Usher.’, zo begint een verhaal van E.A.P..
– Waar niet kan worden gestorven, raakt hij zijn macht kwijt. (gelezen in de Volkskrant van 4 mei 2016).
– De dictator snoot zijn neus en gaf opdracht tot een snood plan.
– In de verte vielen acht slagen uit een kleine, prismatische kerktoren. (novelle Atonale van W.F. Hermans).
– Houw je mond.

TOEN IK …..

Toen ik mijn vriendin had geprobeerd uit te leggen wat ‘De Karthuize van Parma’, een boek van StendhaL zoal inhield, en daarbij beweerde dat ook de moderne wereld voor een groot deel opgebouwd is uit suggesties, zei zij: C’EST LA VIE. Daarmee bracht zij mij weer weer op de aarde terug. ’t Geen niet wil zeggen dat ik de Kartuize van Parma niet als een wereld vol suggestie beschouw terwijl Stendhal toch gewoon de realiteit beschreef. Van toen en van het krankzinnige hofleven in Parma. Krankzinnig?
Misschien niet vreemder dan wat wij nu om ons heen als normaal beschouwen. C’est la vie.
Dit boek is veel te langdradig voor de moderne lezer. Het lijkt voor hem of haar te vaak op satire. Dat maakt het weer lezenswaardig.
Lees het niet, maar blijf het als een klassieker bestempelen.
We voegen hierbij enige zinnen uit ‘’ La chartreuse de Parme’’ toe aan: ‘zinnen om over na te denken.’ Om duidelijk maken dat Stendhal een romantische realist is.
– ‘ Ik was verliefd op de liefde,’ , schreef hij de hertogin.
– Binnen werd onze held door een aantrekkelijke, uiterst spaarzaam geklede vrouw heel beleefd ontvangen, iets wat hem zeer veel genoegen deed.
– De vorst was boos, terwijl het hof en het grote publiek ‘ iets tegen’ Fabrizio hadden en genoten van de ellende die hem overkwam; hij was te gelukkig geweest.
– Wel des te beter, ik krijg nu iets te doen; ik ga me er voor inspannen niet op het schavot te komen.
– Fabrizio had een Italiaans hart. Ik verzoek de lezer hem dit te vergeven; die tekortkoming, waardoor hij minder sympathie zal oproepen, bestond vooral hieruit; ijdelheid had alleen bij vlagen greep op hem en enkel de aanblik van verheven schoonheid stemde hem al zacht en nam de scherpe snijdende kanten van zijn verdriet weg.

 

DEEL 6 (geplaatst 29 november 2016)

icarus-1944-jpglarge
Matisse – icarus

-‘Over smaak valt niet te twisten’ en toen konden we weer verder met elkaar.
– Over waarheid en schoonheid valt na te denken?
– Welja, ik denk over het leven na!
– De waarheid ligt in het midden en toen konden we weer verder met elkaar.
– Om eerlijk te zijn …………………., impliceert een vage leugen.
– asjehetleukvindtkoopjehettoch. (op straat).
– Ah, een ellips heeft twee brandpunten. (zegt een architect tegen me)
– Een zin die je vergeten bent.
– ouderdom; een nacht alleen en er veel uit om te pissen. (na enige moeite toch maar opgeschreven.)
– Vandaag weer veel gekken en normalen ontmoet.
– Haal een zin uit zijn verband en het lijkt heel wat!
– Slogans! – Take care.
– Een zin met één woord is geen zin.
– Bedenk maar eens een zin om over na te denken.
– Mensen, lees minder en voer minder oorlog.
– Gruwelijk en dat is nog fijntjes gezegd.
– Platgebombardeerde steden en we kijken ernaar.
– Er valt nog veel over te zeggen maar hou je mond maar.
– Soms kun je met de betrekkelijkheid der dingen leven; soms benauwt het je, soms stijgt het je naar de strot en vaak denk je er niet aan.
– Ook al verdwaal ik, ik kom toch ergens aan. (op de muur van een sporthal bij een gekleurde tekening van twee eikenbomen en een straat).
– ‘Je bent net zo lang gestoord tot je een genie bent.’, schijnt Cruijf gezegd te hebben.
Cruijff/ Cruiff?/ hoe ook alweer?
– Churchill heeft meer bon mots uitgesproken dan hij gesproken heeft.
– De voortreffelijke dichter Menno Wigman schreef een bundel met de naam ’Red ons van de dichters’

– De ‘bezigheid’ van Wittgenstein gaat me boven mijn pet, maar dat deed de algebra op de middelbare school al en later de relativiteitstheorieën van Einstein om van veel andere ‘dingen’ maar te zwijgen.
– ‘Ook de beschouwingen van Wittgenstein’s leerlingen maken geen einde aan de twijfel die soms bij mij opkomt bij het lezen van de latere Wittgenstein: heb ik hier te doen met onbanaal geformuleerde banaliteiten of met een in klare taal gestelde sibillijnse boodschap?’
(uit :Het sadistisch universum 2 van W.F. Hermans).
-Jaaaan, hou me taassie even vaast, die goozer wil me me daaansen.’
(Uutereèèègs).
– Als ik aan Derrida denk, wordt ik niet goed; bij Wittgenstein daarentegen krijg ik een goed gevoel.
– In wikpedia lees ik: ‘Volgens Derrida lag de relatie tussen het teken en de referent niet vast, maar wordt die bepaald door een context, de politieke overtuiging en vooroordelen van zender en ontvanger’ en dat lijkt me inderdaad zo en bepaaldelijk toepasbaar op vele problemen van deze tijd, vooral bij de ontmoeting van culturen, maar meer en meer ook binnen de culturen.
– Ook vind ik in Wikipedia; ’De filosofische teksten van Derrida roepen bij sommige mensen een grote weerstand op. Derrida zei hierover in een interview dat dit soort woede ontstaat wanneer men de manier en het ritme van het lezen niet wil aanpassen.’
– En in De Waaierman staat: ’En onder de stad , diep verborgen, maar niet zonder invloed, ligt een ader, nummer 42, van molybdeen’en even verder staat: ‘Zouden de Philosophici misschien … men weet niet … een antwoord misschien? Derrida misschien?’
– Zo maak je gebruik van hetgeen je niet begrijpt, van hetgeen je zelfs tegen de borst stuit, maar dat gebeurt steeds meer en daarom moeten we toch maar met de voeten in de grond blijven staan.
– O, moedertje, moedertje lief.
– Vertel mij wat!
– Als je gaat nadenken over zinnen om over na te denken lijkt het wel of je over iedere zin wel kunt nadenken.
– Ik ben gelukkig.
– Zij is empathisch.
– Als je denkt: ‘’ Ik stond vanmorgen vroeg op’ is dat duidelijk, maar als je denkt: ‘ Ik sta vroeg op’, kun je over zo’n zin al heel wat nadenken.
– Ik denk dat ik vaak niet door heb waaraan iemand van 16 jaar denkt als ik het over kolenkit heb of zeg dat ik het hartstikke mooi vind hetgeen ik overigens nauwelijks doe.
– Vooral in de pers lees ik steeds nieuwe woorden die ik maar half begrijp.
‘O tempora, o mores’ kun je ook veranderen in ‘o tempora, o verbos’ hetgeen wel geen goed Latijn zal zijn, maar ik bedoel, o tijden, o woorden.
– Fuck You.
– Grapje!
– ‘Er staat niet wat er staat.’
– Leren om te ontdekken, ontdekken om te leren! (op een school).
– Popov is gestorven, ik lees een verhaaltje over Grock en Buziau was een clown.
– De gelegenheid maakt de dief.
– De gelegenheid grijpen om de dief te pakken.
– De gelegenheid pakken om de dief te grijpen.
– Ik dacht dat het een herberg was maar zij zei dat het een gelegenheid was.
– Een komisch onderwerp verdraagt geen tragisch vers.
– Auteurs, houd stofkeus en bekwaamheid in balans.
– Voor een goed auteur is kennis bron en uitgangspunt.
– Is in de stof voorzien, dan volgt spontaan het woord.
– Wanneer het glansstuk overheerst, dan kwetst mij niet een enkel vlekje dat men slordig vallen liet uit menselijke onbekwaamheid.
( bovenstaande 5 zinnen uit De dichter als vakman van Horatius; Ars Poetica).
-Let eens op, op straat hoor je veel, als je langsloopt of passeert, halve zinnen die dan raadselachtig zijn zoals: ‘Nou ja, toen zei ik, je kunt toch wel……… …………..’. of: ‘Dat hoef je toch niet……’ en die kun je dan wel zelf aanvullen, maar ondertussen zweven ze toch in een nimbus en weet je helemaal niet wat er in de andere helft van de zin is gezegd.
– Als je roeit vaar je door het leven ( In een flits gezien op botenhuis in Rotterdam. In een flits, dus ………………….).

 

DEEL 7 (geplaatst 13 maart 2017)


-Sinds enige tijd komt de buurtkat regelmatig op bezoek, ligt dan uren op de bank en ik praat soms met hem en zeg dan zinnen zoals: ‘Je bent een lieve poes en ik bewonder het zoals je wiskundige problemen oplost.’ Ook wel: ’Zeg poes, zeg eens iets verstandigs tegen me.’
-‘Ja poes, moet jij geen boek lezen?’
-Ik hou van kranten maar gezien het nieuws kan het een tandje minder, ik hou van kunst maar ‘t is wel veel. Ik hou van boeken maar met mate en ben toch blij dat niet alles zal verdwijnen bij het verschijnen van nieuwe maten.
-Hij lachte in zijn vuistje en zij ook.
-Toen ik de zin ‘Het leven dat ogenschijnlijk geen verplichtingen kende leek voor Elke een uitgestrekt water, dat haar landloos omspoelde, een oceaan der leegte, waarvan de oneindige verlatenheid alleen door het gekabbel van de lust, door het schuim van de verveling, door de wind uit voorbije dagen tot leven werd gebracht.’, las, een zin van de Duitse schrijver Wolfgang Koeppen, vroeg ik me af of velen in onze moderne wereld die is vergeven van vrijheid als je vele politici en de algemene mening mag geloven, wel zoveel om die vrijheid geven en er niet tevens een grote angst voor de vrijheid bestaat, temeer daar overal het geroep om sterke mannen weer toeneemt.
-Ik denk aan kolenkit en direct daarna aan opiumkit en beiden komen mij voor als van lang gelee.
-Iene-miene-mutte, tien pond grutte,
tien pond kaas, iene-miene-mutte is de baas.
-Wat moet er met aanstootgevende want vieze woorden gebeuren, vooral wanneer ze leven omdat ze door het volk worden gebruikt? (uit; de woorden van Grimm, een liefdesverklaring door Günter Grass)
-Wóórden kunnen niet vies zijn maar wel aanstootgevend.
– Nou ja, als je zo redeneert, kunnen wóórden ook niet lastig zijn, maar wel prikkelend.
-Hoe zit dit; wat gebeurt hier?
-Op het ijs van de Fulda had hij nog andere letters kunnen uitproberen, bijvoorbeeld de w, door van waaghalzerij via waanzin bij wak uit te komen; in elk geval kwam, zodra het besluit was genomen om waaghalzig – zoals de ijskoude dag in januari hem had gestemd – te beginnen met de woordenqueeste, een ware stortvloed van brieven vanuit de jaarbeursstad Leipzig naar Göttingen, waar Wilhelm nog steeds woonde met zijn gezin, en ook naar Kassel, vanwaar Jacob de uitgevers Karl Reimer en Salomon Hirzel antwoordde. (uit; de woorden van Grimm).
-Toen ik de eerste zin van ‘’De romantische koster van Rånö’’ las, waarbij wel zo’n klein o’tje boven de eerste a van Rånö hoort te staan omdat de Zweden het nu eenmaal zo uitspreken, een verhaal van August Strindberg, was ik dadelijk geboeid maar vroeg me bij de tweede zin af hoe je je kunt herinneren wat je in de toekomst nodig hebt, maar dat kan aan de vertaling liggen en is bovendien heel goed mogelijk want de zin luidt: ‘In de winkel was de boekhouder nog druk in de weer met het bedienen van de meiden uit het stadje die zich op het laatste nippertje probeerden te herinneren wat ze de volgende dag nodig konden hebben’, en vandaag begin ik dat verhaal te lezen.
– Ook de derde zin leek me een goede zin om eens over na te denken omdat ik er nu eenmaal over ging nadenken en wel vanwege het woord verdieping dat er in voorkomt waarbij ik me afvroeg of één verdieping nu eigenlijk betekent dat een huis maar één woonlaag heeft of dat het eigenlijk gaat over de tweede woonlaag en daarover piekerende vond ik verdieping eigenlijk ook een vreemd woord voor een verdieping omdat het immers hoogte aangeeft en de zin in kwestie luidt: ’Op de zolderkamer van het kleine; één verdieping hoge houten huisje aan de andere kant van het erf zat de jongste boekhouder met een hand tegen zijn wang voor het open raam en bekeek de maan, die door de daken van de huizen aan de overzijde scheen en de schoorsteenkappen allerlei fantastische gedaantes deed aannemen al naar gelang de zwoele zeebries ze rondzwierde.’
‘Als je op een mooie zomerdag van open zee komt en koers zet naar de Byttafjärd, en Gåsskär en Skoboraden laat liggen, kun je met de wind van bakboordszijde een hoog oplopend eiland zien liggen in het verlengde van de kraanbalk aan stuurboord, als het ware.’, las ik en geef het hierbij maar weer om de lezer te laten denken over klanken en de scherenkust voor Stockholm, terwijl hij zich misschien ook afvraagt wat een kraanbalk is.
— Alles scheen bij het oude gebleven te zijn, maar dat was natuurlijk maar schijn.
– Ik luister naar ouwe blues en probeer een zin op te pikken uit dat negerengels en hoor ze alleen maar halfhalf en tenslotte een duidelijke, dus onderstaande zin komt vrij willekeurig op het papier en ik hoop maar dat de lezer er over kan nadenken: ‘play it one time, play it’ en okay, maar ik wil nog een zin en hehe, daar is er een: ‘I told him come tot Arkansas’ en nu heb ik de smaak te pakken en luister: ‘and when the lord, the lord is coma.’ Of toch ’when the lord is rolli’n.’?
-Nu ja, dan de vierde zin van Strindbergs verhaal ook maar, we vorderen, want die laat ons heel wat nadenken: ‘Het ene moment namen de grote blikken kappen de vorm aan van een heks, een zwarte karpoets op het hoofd, het volgend moment kwam de slangekop van de vleugel uit haar wijde mantel tevoorschijn, liet zijn tanden en uitgestoken tong zien, tot de balans van zijn ronde schijf naar voren zwaaide en zich aftekende als het veiligheidsventiel van een stoommachine; dan dansten plotseling de heksen weer met hun draken rond de vierkante schoorsteenpijp waar rook opsteeg als van een paasvuur.’
-En nog maar eens een zin uit de blues, hoe onduidelijk zingen die negers, maar wel fundamenteel en hoor: ‘Strange things happening in the land’ en ‘’An’all things rumors along.’ en‘’ Daniël spooke about it.’
–Voorwaar, de hele wereld is niets dan Om. (Chandogya Upanishad)
– ‘Als je in de ene stad aankomt, moet je niet direct naar een andere willen.’, zeg ik tegen een vriendin.
– Toen ik een zin in de film LA LA LAND hoorde, dacht ik direct die wil ik onthouden, maar na de film alweer vergeten en de zin luidde: ‘In L.A. heb je een overvloed aan fantasieën, maar geen enkele waarheid.’ Of waardigheid, of werkelijkheden, of weet ik veel, want dat ben ik vergeten en de zin zette me wel aan het denken. Evenals de zin: ’Sidney Bechet zou je doodschieten als je een noot verkeerd speelde’ of althans een zin van een dergelijke strekking.
– Zijn er geen gewone zinnen te bedenken, gewone die in je hoofd opkomen of die je op straat hoort, zoals ‘Mijnheer kun je me de weg naar Hamelen vertellen’ of ‘Heb je een gulden voor me mijnheer’ of ‘Hou je gedeisd’ en waarover een gewoon mens toch gewoon kan nadenken?
– Veel zinnen die je op straat zo eens opvangt, je hoort ze in stukken want bent er al weer voorbij, gaan over een derde afwezige persoon en die luiden dan ongeveer als volgt: ‘dat nam ik niet; nou ja ….; en toen wilde hij; dat hoef ik toch niet te doen; daar schiet je toch niks mee op’, enz. en getuigen van een moderne mens die opgesloten is in een afhankelijkheidsspositie of een afhankelijk mens die in een modern verband zit of ’t is gewoon zeuren, maar ’t zijn maar flarden van zinnen dus weet ik eigenlijk veel.
-De Taalstaat op radio NPO1 zaterdagochtend 25.2.2017 beluisterd en daar hoor je veel mooie zinnen die tot nadenken stemmen, bij voorbeeld: ‘Hoe krijg ik deze kinderen mee in het verhaal van het Nederlands’ uitgesproken door de Vlaamse leraar Nederlands ( heer Thij(s)se(n)?), die het heeft over kinderen met een andere moedertaal in de klas en op mij een zeer deskundige indruk maakte met duidelijke inzichten hoe je zoiets in de praktijk doet.
– Ook hoorde ik: ‘Wij mensen zijn altijd onaf’ en daar kun je natuurlijk heel veel mee bedoelen en dat geeft dus ook te denken.
-En ook: ‘Elke ochtend kijk ik naar een bijzondere planetendans.’
-Verder nog en deze laatste drie genoemde zinnen zijn van Ronald Snijders die de gedichtenbundel Kop Dicht schreef: ‘’ Ik vind het leuk om van die non-fictie echte fictie te maken.’
-Als vergeetwoord werd scharensliep genoemd.
-Nu maar eens een zin van mezelf, want naschrijven is al te makkelijk en daar komt-ie dan; om over na te denken: ‘In 1980 dacht ik zonder veel moeite ‘Als ik in 2017 78 ben, ben ik, goeie kans, er niet meer’, maar nu in 2017 durf ik niet goed meer over mijn situatie in 2025 te denken omdat de kans groot is dat ik er dan niet meer ben.

 

DEEL 8 (geplaatst 23 september 2017)

-Zelfs als de opwarming van de aarde niet waar zou zijn (laten we Donald Trump eens gelijk geven), is het beter om het als waar aan te nemen want het dwingt ons te denken over milieuverandering, watertekort, overbevolking, energiegebruik, vuil opruimen, oorlog en vrede kortom.
-Toen ik in het boek Mysteriën van Knut Hamsun het volgende las: ‘’‘Zulke nonsens heb ik God betere nog nooit gehoord!’ roept de dokter uit. ‘Ergert het u dat Gladstone altijd gelijk heeft?’’’, moest ik denken aan de ergernis van velen over Willem Frederik Hermans die ook, volgens zeggen, altijd gelijk had, maar dat ‘idee’, waarbij ik me wel kan vergissen, is, meen ik, eerder in de wereld geholpen door een uitspraak van de hoofdpersoon Lodewijk Stegman in het boek ’Ik heb altijd gelijk’ of door de titel van het boek, dan door Hermans zelf en misschien wel door tegenstanders uitvergroot om hem als een betweter in de wereld te zetten, maar Hermans had wel vaak gelijk, bij voorbeeld in de Weinreb-affaire, terwijl Hamsun jammer genoeg in zijn politieke keuze ongelijk had, voor zover dat mogelijk is –jammer mede omdat hij een groot schrijver was – en dan ook na de oorlog diep in aanzien gevallen is, en vroeg me af hoe en waarom Gladstone altijd gelijk zou hebben gehad, waarop deze uitspraak van de dokter in een kleine provincieplaats in Noorwegen in de negentiende eeuw kortom berust, maar door de beschrijving van Hamsun, waarin de hoofdpersoon Nagel hem, Gladstone, ook een kwezel noemt, wordt dat literair allemaal wel onderbouwd en hoewel ik te weinig van Gladstone weet om het al dan niet met die hoofdpersoon eens te zijn, blijkt daar wel het grote schrijverschap van Hamsun uit.
– Ja dat is zo, maar ik begrijp het niet – puber op fiets.
– Nee, uit principe eet ik niet in de Hema – dame in bus.
– Wie zegt dat hij nooit bang is op zee, raaskalt of liegt –t.v.
– Here in the prison they are somebody, out in the streets they are nobody.’- uit documentaire van Louis Theroux in de gevangenis van San Quentin.
-Uiteindelijk komen we daar allemaal terecht; in de archieven – uit zoekprogramma naar voorouders op teevee’ – woorden van Jules Deelder.
-Mooi, dat het toch zoveel teruggaat joh, die gasten, tien generaties.
-Misschien maakte juist de atmosfeer van soliditeit waar ik uit kwam, en het feit dat ik mij zelf tot op zekere hoogte belast voelde met het complex van ‘veiligheid’ , dat al die mensen me fascinerend voorkwamen die met hun leven, hun tijd, hun geld, hun gezondheid en hun goede naam slordig en bijna minachtend omgingen, de gepassioneerden, de monomanen van het naakte bestaan zonder doel, en misschien is in mijn romans en novellen iets te merken van deze voorliefde voor alle intens levende en ongebreidelde naturen.- uit De wereld van gisteren van Stefan Zweig.
-Nu ja, we gaan nu praten over het leger in Duitsland, nu ja, over van alles, over poëzie. (uit radio-programma).
– love your fantasy (op raam Christine le Duc).
– I’ll show You what the Boogie Woogie is. (Dona Oxford)
– Er loopt een gedicht voor me uit; ik kan het niet inhalen (uit een gedicht van Benno Barnard).

– Who sold the water to the waterman? ( een muzieknummer van een band uit zuid-west V.S.)

-Het tekenseizoen is weer begonnen… kom binnen voor preventie-advies ( op raam dierenkliniek).
-Levendige kleuren om onze ziel op te frissen. (uitspraak van een eenvoudige vrouw in een televisie-uitzending over het geloof in Zoroaster in een dorp dichtbij Yazd op de zijderoute in Iran gehoord.)
-‘Ik liep terug en ging in mijn bed liggen, met een kussen achter mijn hoofd, en keek toe hoe we verder reden door een geplooid gebergte met de kleur van buskruit.’, lees ik in ‘De oude Patagonië-expres’ van Paul Theroux en dat is op de hoogvlakte van Bolivia en vraag me af of dit nu een zin is om over na te denken en doe dat toch en dat komt omdat ik het gevoel heb de kleur van buskruit te kennen en toch heb ik naar ik meen nog nooit buskruit gezien en waarom stel ik het me dan voor als grijs-zilverachtig en klopt dit wel?
– De Patagonische paradox was de volgende: als je hier was, hielp het als je miniaturist was, of geïnteresseerd in enorme lege ruimten.
-Das Riool ist nicht allein für die Ratten da. (gehoord op t.v. bij het zappen).
-De zin: ‘Aceitosos farolillos discernian los rumbos de juguetas por escotillones y sollados’ probeerde ik te vertalen met het woordenboek in de hand en het resultaat was: ‘Olieachtige lampjes onderscheidden de koersrichting door valluiken en koebruggen’ en weet zeker dat dit niet goed is en denk aan die leerling die ‘There stood a bird on shallow water’ vertaalde met ‘Er stond een vogel op een laag pitje te sudderen.’
-Ik kan beter autorijden dan fietsen (gehoord van jongeling op fiets).’
-Een doodgewone titel: ‘The Voyage of Sir Francis Drake Around the Whole Globe’ en toch kun je nadenken over dat Sir en over Whole in dit verband en eigenlijk ook wel over Voyage and Globe die nu toch veelal een andere betekenis hebben
-Ik hoop dat ik de volgende keer het patroon van de opslag in mijn mindset heb vastgelegd.
-Het boek van Foster Wallace dat in het Engels Brief Interviews With Hideous Men heet begint in het Nederlands en in het verhaal De dood is niet het einde met een zin die drie bladzijden beslaat en nog duidelijk is ook en die als volgt begint: ‘De zevenenvijftigjarige Amerikaanse dichter die in Amerikaanse kringen bekend stond als een ‘dichters-dichter’ of soms kortweg als ‘de Dichter’, lag, enigszins zwaarlijvig, buiten op het terras met ontbloot bovenlijf, in een ligstoel in deels opgerichte stand, in de zon, half achterovergeleund te lezen, enigszins, maar zeker niet ernstig zwaarlijvig, deze winnaar van ………………………….,’ enzovoorts, want de zin gaat nog drie bladzijden door en ik vroeg me af of deze zin niet de mooiste lange zin is die ik ken, maar lezer, lees hem zelf maar om tot een oordeel te komen en misschien is het een zin om over na te denken, alhoewel hij wel duidelijk is, naar het mij toeschijnt, maar bij een zin die drie bladzijden lang is zijn er altijd wel gedeelten waarbij je even moet nadenken al is het alleen maar om het verband niet uit het oog te verliezen.

boekzinnig
Een toevoeging die weinig met ’zinnen om over na te denken’ heeft te maken maar dat doet er niet toe.
Kolonel Chabert (uit boekverslagen) heet een bescheiden boekje van Honoré de Balzac en ik las het met in één adem uit.
Die kolonel speelde op 8 februari 1814 een beslissende rol in de slag bij Eylau en bezorgde Napoleon op het nippertje een overwinning in Oost-Pruisen.
Uitstel van executie voor de keizer en ook Chabert vergaat het niet goed.
Wat een verteller is Balzac toch. Vol ongelofelijke gebeurtenissen en toch zo realistisch.
Derville, een advocaat die Chabert in de loop van het boekje nog verdedigd heeft, verzucht dan ook op het laatst: ’ Ik heb zoveel gezien dat ik het je allemaal niet vertellen kan, want er waren misdaden bij waartegen het gerecht machteloos is. Kortom, alle gruwelen die romanciers uit hun duim denken te zuigen halen het niet bij de werkelijkheid. Jíj zult nog wel in aanraking komen met dit soort aardigheden. Maar ik ga met mijn vrouw buiten wonen. Ik walg van Parijs.’
Op mijn boekenlijst lang geleden stond Eugénie Grandet, Herlezen; goed boek. Maar nu Vader Goriot en dat is een tranentrekker, keukenmeidenroman, stuiversroman. Met geniale trekjes, dat dan weer wel.
Wat moet ik nu denken van Balzac? Een goed schrijver? Een slecht schrijver? In ieder geval heeft hij een mooi standbeeld in Parijs. In ieder geval ga ik de bijna 100 boeken van zijn Comédie Humaine niet lezen en stel me er maar mee tevreden dat ik door hem iets begrijp van de standenmaatschappij, haar onwrikbaarheid en onmenselijkheid. Hetgeen me een bewuster democraat maakt.

DEEL 9 (geplaatst 26 januari 2018)

   Luuk Scholten; Sandwich mannetje

-De zinnen staan te dringen om op de website te komen.
-Hou je het nog vol? (moeder met kleuter).
– Oorlogje spelen in een land in oorlog is treurig.
-De sympathieke hippies met gaten in hun broek werden in het arme India met argwaan en dikwijls met haat bekeken, behalve misschien in Goa waar ze een hele kolonie vormden.
-Demonstrandum……………………….esse, daar hoort iets tussen, maar ik ben vergeten wat. Of hoort er iets voor?
-Zo’n zin, die ik lees in een krantenartikel over dragqueens, begrijp ik eigenlijk niet en kan er lang over nadenken en met zo’n zin bedoel ik: ‘Valentina, een diva uit het laatste seizoen, viel uit de mand toen ze haar glittermasker niet wilde afdoen om te playbacken – ze had de tekst niet geoefend.’
– Ik heb geen geld, maar het geld heeft mij. (gehoord in restaurant)
-Toen ik hoorde, terwijl op de achtergrond een kiepkar duizenden dode kippen in een bak stortte: ‘We hebben er alles aan gedaan om de dieren een zo goed mogelijk leven te bezorgen’, aarzelde ik tussen lachen en huilen.
-’Snap ik, er zit een soort ecosysteempje’ en ’t ging over economie.
– Mijn leven was niet gemakkelijk; ik draag een zware rugzak. (uit een gesprek bij stoplicht)
– This James Bond is indeed of a very special breed. (uit film)
– Vanmiddag in de bus naast een mooie meid met een T-shirt waarop staat: ‘I like big books and I do not lie’, vraag ik nieuwsgierig of ze van dikke boeken houdt en nooit liegt en kom er achter dat bovenstaande een titel is uit de sitcom Friends en dat anderen dat direct herkennen en wordt zodoende weer met mijn achterlijkheid geconfronteerd over een hele wereld, die toch maar bestaat zoals ik nu op het net zie, en vraag me af hoe ernstig dit is voor mijn maatschappelijk functioneren.
– Als je je verveelt, kom je maar eens langs.
– Op 30 september een knolraap gekocht.
– Fear is always greater than greed. ( op t.v. over de Dow- Jones  index)
– Pas op voor heiligen, zij, enkelen uitgezonderd, spelen de liefde.
– Het raakt me. – Over en weer.
– Voor in mijn agenda van 1916 heb ik de zinnen opgeschreven: ‘’’Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’’’, waarmee Anna Karenina begint én: ‘‘’ Alle gelukkige gezinnen verschillen min of meer van  elkaar, alle ongelukkige gezinnen zijn min of meer eender.’, zo zegt een groot Russisch schrijver aan het begin van een beroemde roman’’’ en met de laatste zin begint een vertaling van de familieroman Ada van Vladimir Nabokov.
-Vandaag 11 januari 2018 ga ik het nog eens na en ja, zo beginnen de twee boeken, waarbij je je afvraagt of de vergissing bij de vertaler of vertalers ligt –  in  de eerste zin van de (een) (boek)en – of dat Nabokov z’n eigen gang gaat en zich een tweede Tolstoy voelt.
-Ik zal proberen mijn best te doen.
– ‘De enige manier om een wereldstad onder de knie te krijgen, is door er een dorp van te maken.’, schrijft Tommy Wieringa als openingszin van Een huis in Berlijn (5), een verhaal uit de bundel Honorair Kozak.
-‘Verhalen uit windstreken, veelal met verrassende opmerking als einde, met mooie zinnen, avonturen die gewoon zijn, veel ontmoetingen in hotels’ , zo zou ik kort beschrijven hetgeen ik las in Honorair Kozak
-‘It was Dr Ambedkar who had encouraged the untouchables – the harijans, the children of God, as Gandhi called them, and now the Dalits, as they called themselves – to abondan Hinduism, which had enslaved them, and to turn to Budhism.’,staat in het boek INDIA van V.S. Naipaul.
Stad van vadapav-eters heet een hoofdstuk van Suketu Mehta’s ‘Bombay mateloze stad’’ en ik moest, vanwege de klank, denken aan vatapá, een Afro-Braziliaans gerecht uit Bahia.
-Elke dag zien veertien miljoen Indiërs een film in een van de dertienduizend theaters; wereldwijd kopen elk jaar een miljard mensen meer een kaartje voor Indiase films dan voor die uit Hollywood. (over Bollywood).
– ‘Osita Iheme werd beroemd in de rol van Pawpaw in de film Aki na Ukwa, waarin hij samen met de andere dwerg-acteur Chimeda Ikedieze speelde’ en we hebben het nu over Nollywood in Nigeria, de tweede  filmindustrie qua aantal films.
Bollywood; Nollywood; Hollywood.
-Zelfs als de opwarming van de aarde niet waar zou zijn (laten we Donald Trump eens gelijk geven), is het beter om het als waar aan te nemen want het dwingt ons  te denken over milieuverandering, watertekort, overbevolking, energiegebruik, vuil opruimen, oorlog en vrede kortom.
– Who sold the water to the waterman? ( een muzieknummer van een band uit zuid-west V.S.)
– Ja dat is zo, maar ik begrijp het niet – puber op fiets.
– Nee, uit principe eet ik niet in de Hema – dame in bus.
– Werd ineens nieuwsgierig naar Friends, genoemd in de 12e zin en kijk op internet en lees memorabele zinnen om over na te denken zoals: ’De series waren ook de inspiratie voor de culturele meme van de gelamineerde lijst’ en ’Daarnaast werd het luid uitschreeuwen van de zin ’’I know You!’( in de serie voornamelijk door Monica) vaak gebruikt;’ en ’Tijdens het 2001-2002 seizoen was Friends het best-bekeken programma van de Verenigde Staten.’
-Friends speelt in Greenwich Village op Manhattan en dit is nauwelijks een zin om over na te denken, want eenvoudig genoeg.
-Nu ja, we gaan nu praten over het leger in Duitsland, nu ja, over van alles, over poëzie. (uit radio-programma).
– love your fantasy (op raam Christine le Duc).
– I’ll show You what the Boogie Woogie is. (Dona Oxford)
-Ik hoop dat ik de volgende keer het patroon van de opslag in mijn mindset heb vastgelegd.

 

DEEL 10 (geplaatst 2 oktober 2018)

-In den beginne  schiep God  den hemel en de aarde.(Genesis 1 vers 1).
-En God zeide: Er zij licht; en er was licht. (Genesis 1 vers 3).
-God is inderdaad woord. Voor de één  belangrijk woord, voor de   ander woord; voor velen meer dan woord, maar dan toch onuitsprekelijk.
-Zelfs als God bestaat is het beter om niet in hem te geloven; Pascal beweerde het omgekeerde.
-Big Brother is watching You.
-Waar verscheen de enige God, behalve in een braambos en nog enkele keren, anders dan in een kleine streek tussen Babylon en Egypte?
-Ik wil best in god geloven als mensen van wie ik erg houd in hem geloven.
-Mijn moeder vond wel troost in de bijbel en daarom is het voor mij een kostbaar boek.
-Ah; Krishna en de melkmeisjes.

-Veel van wat tegenwoordig als ‘religie’ wordt beschouwd, begon hier als onderdeel van een cultureel beschermingssysteem. ( Het Oerboek, de evolutie en de bijbel; Carel van Schaik en Kai Michel).
-‘Wat zei je? Hoeveel maagden en waar precies?’
-‘Wat koop je ervoor, wat doe je eraan.’ Op straat, voorbijganger.
-‘Nu even niet.’ Moeder in bus.
-‘Hahaha, Karel en Willem’ hoorde ik op straat en ging erover nadenken, maar kon weinig bedenken.
-Dat doe je effe; dat doe je effe; maar dat doe je niet effe. (op straat)
-Ik ben al meer vergeten dan jij weet.
-Haast je als je tijd hebt, dan heb je tijd als je haast hebt.
-‘Haat is een deugd’, boek van Flaubert.
-De oude Grieken doen de nieuwe vergeten.
-Toen ik bij Kehlmann, in zijn boek F de zin: ‘’Ik zat achter mijn nieuwe pc en schreef het artikel ‘Realisme als ideologiekritiek bij Heinrich Eulenböck’, terwijl Heinrich met trillende hand in zijn schetsboek krabbelde” las, moest ik onwillekeurig aan  Jeff Koons en de dwaasheid van de wereld denken.
-Ik loop hier te wandelen.  (opgevangen)
‘Fools admire, but men of sense approve.’ /  ‘To err is human, to forgive divine.’(Alexander Pope, Engels dichter. (1688-1744). Vertaalde de Ilias en de Odyssee; schreef o.a. veel citaten).
-Je slaat een man niet op zijn hoofd als hij je vingers tussen zijn tanden heeft.
-Technological lead and Cultural leak.  (Ogburn)

Zinnen om dubbel over na te denken

-Nadat ik hoorde dat de Kunstmatige Intelligentie bij zet 35 in het GoGo-spel er één deed die kinderlijk aandeed maar later tot winst leidde, vroeg ik me af of het geen tijd werd voor een turning point omdat hier werd aangekondigd dat de menselijke intelligentie het tegen K.I. zal afleggen.
-Met turning point bedoel ik een ingreep waarbij bepaalde wetenschappelijke vorderingen worden stopgezet of in de ijskast worden gelegd om te verhinderen dat ze de mens vernietigen of tot slaaf maken.
-De opmerking bij het gehoorde van een expert dat het gevaar vooral ligt in het feit dat een door K.I. geleide machine z’n doelstelling kan bereiken zonder rekening te houden met menselijke waarden, deed me schrikken.
-Mijn vertrouwen in de ‘mensheid’ is niet zodanig dat ik meen dat geen misbruik gemaakt zal worden van vrijwel iedere uitvinding.
-Zelfs als de rationaliteit doorslaggevend schijnt te zijn en er slechts één keer gebruik gemaakt is van een uitvinding, zoals b.v. bij de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, zal dit op de langere duur worden doorbroken.
-Wat dat betreft zullen er zeker nog atoomoorlogen op aarde komen.
-Tien miljard mensen op aarde is teveel, zelfs als er voedsel genoeg is.
Toen ik in de dichtbundel ‘van de vierkante man’ van Ilja Leonard Pfeijffer de zinnen las:
‘ik ben bezoldigd zeurkous der hesperide achterdocht
een ergerend man met een woordenschat’,
dacht ik, dat geeft precies zijn boeken en gedichten weer.
-Het uurtarief bij de dierenarts was 270 euro inclusief 21 euro voor consult zodat een behandeling van een kwartier op 88,50 kwam, hetgeen mij erg hoog voorkwam.
-‘Want gij zoudt woorden schrijven die geboren waren uit zweet en modder en stervende paarden in een wagen met de wielen omhoog en door den luchtdruk uiteengereten huizenblokken en bloed.’ (uit Mijn kleine oorlog van Louis Paul Boon.)
-VRIEND, hoe vaak heb ik je al niet gezegd dat ik mij geheel wil inzetten voor de psychiatrisch gestoorde mens. (beginzin Keefman van Jan Arends.)
-Here in the prison they are somebody, out in the streets they are nobody.’ ( uit documentaire van Louis Theroux in de gevangenis van San Quentin.)
-Uiteindelijk komen we daar allemaal terecht; in de archieven – uit zoekprogramma naar voorouders op teevee’ ( woorden van Jules Deelder.)
-Mooi, dat het toch zoveel teruggaat joh, die gasten, tien generaties.
-Misschien maakte juist de atmosfeer van soliditeit waar ik uit kwam, en het feit dat ik mij zelf tot op zekere hoogte belast voelde met het complex van ‘veiligheid’ , dat al die mensen me fascinerend voorkwamen die met hun leven, hun tijd, hun geld, hun gezondheid en hun goede naam slordig en bijna minachtend omgingen, de gepassioneerden, de monomanen van het naakte bestaan zonder doel, en misschien is in mijn romans en novellen iets te merken van deze voorliefde voor alle intens levende en ongebreidelde naturen.( uit: De wereld van gisteren van Stefan Zweig.).


 

2 thoughts on “Zinnen om over na te denken (1 t/m 10)

Plaats een reactie