In een gedicht kun je een gevoel, eventueel verbonden met een gebeurtenis of een gedachte, kort weergeven. En, merkte ik, een sonnet leent zich daar bijzonder goed voor. Toen, met dat sonnet bezig zijnde, ontwikkelde zich als vanzelf het rondoson. Iets uitgebreider, iets meer ruimte misschien. Met strofes van 8,8,4,4 en 3 regels. In het Langste Gedicht WANDEL oefende ik ermee.
Dit begrijp ik ondertussen wel; dat het sonnet in de loop der tijden zijn basisvorm heeft behouden, maar daarbinnen wel enkele veranderingen onderging. Al te goed te begrijpen, want houd je maar eens aan twee keer een vierregelige strofe, gevolgd door twee maal een drieregelig couplet, waarbij iedere regel uit vijfvoetige jambes bestaat en het rijm bepaald wordt door twee rijmende klanken in de eerste twee strofen en dan twee of drie rijmende in de laatste twee, terwijl een volta de tekst verdeeld in een gevoelsstroom of verbeelding gevolgd door een conclusie of concretisering. Heel mooi allemaal, maar meer voor tijden waarin het sonnet deel uitmaakt van een cultuur die haar als iets heel moois of bijzonders ziet.
Tijden veranderen
‘k Was blij dat ik en onverwacht sonnetten schrijven kon.
Zoals een spin spon ik de draden ragfijn naar ik hoop.
Toen las ik de sonnetten van Petrarca en werd mijn
ego op de proef gesteld. O meester naar ik zie er sloop
in mijn sonnetten heel veel afval, ruwheid, oppervlakkigheid.
Uitdrukking, stijl, ritme, zinsbouw, woord en klank, dit alles
toegepast in warmte en authenticiteit. Het rijm heel strict
en ritme’s in de jambes vastgelegd, ja daarin leidt
Uw meesterschap na eeuwen nog steeds sonnettenland.
Maar och, matrozen klommen met hun vuilbek in het want
En ook de hoofse stijl kan bij de volgers wel ontaarden.
Daarom zijn mijn sonnetten in deze nieuwe tijd
De gong klinkt anders in de nieuwe media
Misschien zo slecht nog niet en van sonnettenwaarde.
Oostvoorne/Brielle
We gingen ver en reden langs de industriële vlakte naar Oostvoorne toe.
Zo bij elkaar met al die olietanks, kranen, torens, silhouetten
besef je wel; ‘Hier werd iets groots verricht’ en het gezicht
van moderniteit, welvaart en dynamiek wordt aan de horizon niet moe
je te beschrijven hoe er gewerkt wordt en dan het gebroken licht
dat door de wolken schijnt en je bent trots op wat hier werd gewrocht.
Je was een onderdeeltje en beseft dat wel, maar ondertussen toch,
een deeltje van het geheel ; soms ver van je bed, dan weer dichtbij.
En dan daarachter bereiken we de landelijkheid en vleit
Oostvoorne zich tussen de bomenlanen en in Duinoord,
of Duinpan of Duinpaviljoen, in ieder geval een houten keet
ontmoeten wij elkander weer bij wisselvallig WEER.
Mijn Lieve Heer, zullen we worden weggevaagd of zal de zon
ons op onze tocht…? Eerst maar de koffie en zo begon de dag.
We lopen de duinen in en in ’t begin al meertjes langs het pad.
En zonnig tussen de wolken door. De dag belooft heel wat.
Nu naar de vierregeligheid zoals gezegd en kijk een vogelvlucht.
Terwijl we koutend verdergaan met windkracht vier of vijf.
Misschien wel zes en langs de weg buigen de kromme bomen
en Meidoorns zijn hier veel en hoor hoe de koele herfst zucht.
Onder haar verantwoordelijkheid en roept en kijk de zomer slijt
nu langzaam weg. Een hoge rij van wollige bloemen, distelachtig
zien we nu langs ons pad. Hoe heten zij? Wij weten het waarachtig
niet. Wie lacht niet wie de mens beziet? De wereld is zo wijd.
O wereld, o herfst wat ben je mooi zo in je geelgouden tooi.
O herfst, o wereld, nazomer ook nog met zijn donker groen,
O wereld, o herfst, de zomer wijkt en jij al in je pril seizoen.