Over taal

foto: Amarantkleurig dak.

Maar je bént helemaal geen estheet

Nu ja en hoe kom je erop en hoe zit dat en kijk! ’t Is namelijk zo dat deze kopregel staat in de Kellendonklezing van 2011 door Gerrit Komrij uitgesproken. Daarin haalt hij een gesprek mat Bas Heijne aan in een hotellounge in Amsterdam. Heijne tegen hem: ‘Maar je bént helemaal geen estheet’ en daar gaat Komrij dan over piekeren, want is ’t ie dat nou of niet.

Nu lees ik Valmouth van Ronald Firbank en denk dan toch, want Komrij heeft die novelle vertaald: ‘Welja, je was toch eigenlijk een estheet.’ De lezing heet overigens heet: ‘Triomf en treurigheid der vermomming.’ ’t Is toch mooi’, een estheet zijn? Maar Komrij schrijft: ‘’Ik wist uiteraard donders goed wat er om de hoek loerde. Dat een estheet ‘mooi’ en ‘lelijk’ belangwekkender achtte dan ‘goed’ of ‘kwaad’.’’

Maar nu ter zake. Ik lees in Valmouth: ” ‘Vergeet niet me om een uur of tien op te halen,’ beval Mylady haar koetsier, en volgde meteen daarop de amarantkleurige panden van de beide lakeien het huis in.’’

Amarantkleurig? Ik denk aan beige maar waarom in vredesnaam en vroeger had ik het daarbij gelaten maar tegenwoordig – verlichting of juist niet? – heb ik dan de neiging om het woord in te tikken op internet. En dat doende, en gedaan hebbende, denk ik nog: ‘amarant alléén’ was genoeg geweest, amarantkleurig lijkt dubbelop’, en stuit dan op een gehele wereld die ik niet kende en nota bene op: ‘Wat rijmt er op AMARANTKLEURIG’, in Van Dale Rijmwoordenboek.

Gevaar! Immers tot nu toe bekommerde ik me daar niet om, om een systeem van rijmwoorden en schreef spontaan een rijmwoord uit mijn hoofd op en hoor nu toch eens: ‘fleurig, geurig, keurig, treurig, zeurig, dieptreurig, humeurig, kleurig, enz.,’ Je wordt er sikkeneurig van. En later, ik zocht het woord lutrijn op, hetgeen een koorlessenaar is, zie ik weer het Van Dale Rijmwoordenboek met woorden die op lutrijn rijmen en je bladert wat en kijk eens, onder 6 staat strandlijn en je denkt direct aan de vorige wandeling.
’t Is natuurlijk een mer á boire:

Wij liepen langs de strandlijn,
De vorige keer, dat was fijn.
We voelden ons maar klein
De zee een groots refrein. 

De duinen vanaf lutrijn,
Het fijne zand, de waterkant,
Strandlijn en wij klein
bij ’t eeuwig refrein van de zee

Ja, heel gevaarlijk voor poëten.

lutrijn,
afijn, azijn, Bahrein, balein, begijn,
Berlijn, beschijn, bobijn, Carlijn, chagrijn,


En dit is, enzovoorts, slechts het begin. Dus maar terug naar amarant, waarvan ik begrijp dat het ook meerdere dingen is maar de kleur is rood en genoemd naar de amarantplant.
’t Behoort ongetwijfeld tot de esthetische wereld, althans in die zin kende ik het, maar dacht dat het iets met beige was. Ach zoveel vage begrippen vliegen er door de geest. God en ziel bijvoorbeeld die ik tot de esthetische wereld reken, alhoewel ….. Nu ja, amarant, vergeet het niet!


 

Plaats een reactie