De zoektocht van professor Hemelraat

Een literair experiment, is m.i. nog nooit eerder zo gebeurd. Het lijkt wel of doctor Mittwoch in Amsterdam is verdwaald. Dat kunnen we echter moeilijk geloven. Ook in Londen, zie Geheimzinnig Landschap, scheen hij al op te duiken, maar dat bleek op een vergissing te berusten. In de literatuur zie je de gekste dingen, daar niet van. Ik denk nu aan het boek van Perec dat geschreven is zonder een e. Ook vertaald in het Nederlands, een prestatie eveneens  en op een bepaalde manier heel goed leesbaar. Is de zoektocht van professor Hemelraat dat ook? Soms twijfelen we daar wel eens aan en dan denken we weer; natuurlijk, welzeker, en om dat te bewijzen tonen we hier een bladzijde die velen, vooral de ouderen, qua inhoud niet onbekend zal voorkomen.

 

MAGISCH AMSTERDAM

Hierover wil Hemelraat graag vertellen. Maar iedere keer dat hij er mee begint stokken de woorden hem in de keel. ”Gnot”, roept-ie of ”Bram, bram, uche uche, bram, bram, uche, uche, ’s avonds rook ik mijn pijpje, dat begrijp je.”
Klanken die toentertijd in magisch Amsterdam werden geroepen en nu, vijftig jaar later, hoor je op het perron van het station: ”De directie van de Nederlandse spoorwegen waarschuwt U dat er op het perron niet gerookt mag worden”. De anti-rookmagiër Jasper Grootveld had een vooruitziende blik en Hemelraat is blij dat-ie van het smoken af is want de tijden zijn veranderd en je bent tegenwoordig een a-sociaal als je rookt. Je helpt anderen, die ongewild meeroken, het graf in.
Waarom stokken hem de woorden in de keel? Nu, over magie valt immers niet te spreken. Maar hoe dan ook, spreken móéten we toch en over het magische Amsterdam kan moeilijk worden gezwegen. Gebeurde hét toen immers niet in de hoofdstad. Werd hier geen nieuwe wereld gecreëerd? Mijn hemel. De stad smurfde. Nog steeds kun je mensen in het buitenland ontmoeten die dromerig Amsterdam zeggen en dan aan die jaren denken. Er werden stickies op straat gerookt en ook waren er Damslapers, zomaar onder het monument van de Vrijheid. De Ludieke mens was geboren. En natuurlijk had je in Parijs een ‘opstand’ en lag daar het strand onder het asfalt en ook in Berkeley bij San Francisco lieten studenten van zich horen.
Maar, geloof me maar (jongens en meiden) dat het in Amsterdam gebeurde. Hemelraat is er niet bij geweest. Behalve één keer, bij een politieactie, toen hij in een steegje moest vluchten om er niet van langs te krijgen met een gummiknuppel.
Ook daarom stokken de woorden in zijn keel. Hij was er niet bij en weet er het fijne niet van. Wanneer hij erover wil vertellen, bij voorbeeld in dit boek, dan moet hij het allemaal gaan bestuderen. Napluizen.
Hij leest over Johnny van Doorn, de Selfkicker die vertelt dat de scene rond het Leidseplein in 1962 op zijn hoogtepunt was. Iedereen leek wel gek geworden. Er werd volop met drugs geëxperimenteerd. Maar Hemelraat herinnert zich Van Doorn alleen van een rondleiding door het Sonsbeekpark in Arnhem, toen deze een groep leraren liet kennismaken met zijn jeugdherinneringen. Gelachen heeft-ie toen wel. Want de dichter voerde zijn spreekact op temidden van de groene bosschages op een zonnige dag.

’t Was begin negentiger jaren en de tijden waren veranderd, maar toch… u begrijpt… en heeft genoeg fantasie om… en zijn stem schalde door het lover en over de paden.
Het Ludieke was geen mode meer. Maar geloof maar dat… En ook tegenwoordig valt er nog genoeg te lachen. Want de decennia worden aan bepaalde termen opgehangen en de negentiger jaren worden hard-boiled genoemd, maar de werkelijkheid is interessant en gevarieerd en ligt in de pap der tijden verborgen. Het nieuwe neemt het oude tot zich en op een winterse dag van dit jaar zag het volk op de Mariaplaats een naakte jongeling in een badkuip, ’t Was vinnig koud, en de badkuip was ingelijst door een koortje dat liedjes zong over een blote meid in Kampen. Nu ja, er is niks nieuws onder de zon. De minirok is vrijwel verdwenen, maar je kunt veilig voorspellen dat-ie weer terug komt. Terwijl de toekomst toch in nevel besloten ligt. De doorzichtige minirok misschien?
De professor schrijft in zijn notitieboekje: Alles stroomt.