Boeken horen niet door de auteur zelve te worden uitgelegd, becommentarieerd, …………… , nu lezer, vul het zelf verder maar in, en toch doen we het onder de categorie ‘mijn boeken’ omdat we er soms de neiging toe hebben. Met mate uiteraard. De schrijver heeft naderhand ook wel eens de behoefte om beter te begrijpen wat hij toen, want het verleden schrijdt voort, bedoelde. Vooral, en dat is hem nogal eens overkomen, wanneer er geroepen wordt: ‘Waar is de plot?, of, ‘Waarom die moeilijke woorden?’ of opmerkingen van dergelijke strekking. Die dikwijls wel degelijk hout snijden. Maar soms stompzinnig zijn.
Ik maakte niet lang geleden twee gedichten over schoonmaken en herinnerde me toen dat de oude heer Van Dongen, wiens belevenissen ik in een boek beschreef, ook al behept was met de aandacht daar voor en vooral ook met zijn beperktheden op dat gebied. Hoe zat dat ook alweer? En dus nemen we hoofdstuk twee van ‘De oude heer Van Dongen’ maar even ter hand en citeren daar het begin uit:
HET HUIS SCHOON
Van Dongen houdt zijn huis zelf schoon. Tot nu toe was hij daar redelijk tevreden over. Het oogde toonbaar en als er bezoek kwam zorgde hij wel dat de voornaamste plekken, het toilet vooral, netjes waren. Maar toen een vriendin opmerkte: ’Pas maar op, je bent aan het verslonzen’ is hij beter gaan kijken. ‘Straks wordt je nog een sjofele oude man’, zegt zij.
’Je huis is niet schoon’, zei zij. Het is behoorlijk smerig. Op allerlei plekjes waar jij blijkbaar niet kijkt.’
Natuurlijk sprak hij haar tegen. Had hij de vloer net gedweild, het toilet schoongemaakt, de douche en wasbak geboend, gestoft ook nog en dan wordt er gezegd:’Je huis is niet schoon’.
’Valt wel mee, valt wel mee’, was zijn antwoord.’Okay, niet helemaal, maar dat hoeft ook niet. Je kunt een huis ook te goed schoonmaken.’ Maar nu is hij beter gaan kijken, heeft blijkbaar zijn normen verlegd en verdomd: Het huis is niet schoon.
En de gedichten boven vermeld, die hem weer terugvoerden naar De oude heer Van Dongen? Die volgen hieronder:
(Gedichten : ‘Schoon het huis’ en ‘Toverachtig‘)
Het boekje ‘De oude heer Van Dongen’, en we noemen het boekje omdat het minder dan 150 pagina’s betreft, hetgeen tegenwoordig ………………….., lezer vul dit zelf OOK eventjes met eigen woorden in, niet veel is, handelt over een oudere heer in een enigszins eentonige wijk die misschien wel zijn ziel, of een gedeelte ervan is kwijtgeraakt. Dit kun je misschien wel representatief noemen voor duizenden, ja duizenden eenzame heren in de vele buitenwijken van steden en dorpen in Nederland. We zullen zien of we er onder deze categorie nog op terugkomen.
Maar laten we onze gedachten eens naar het boekje (127 blz.) Cocotte verplaatsen. Daarin staan heel wat typische, vreemde, moeilijke woorden.
-cocotte; dit woord wordt niet meer gebruikt, althans de schrijver hoort het nooit en vele mensen kennen het niet. Een cocotte is een prostituee van een betere klasse. Alhoewel Ernst Ludwig Kirchner ze op straat in Berlijn heeft geschilderd, dus het laatste is ook niet altijd het geval. Maar ze zijn dan wel goed gekleed. Zou een vergelijking met onze hedendaagse call-girl opgaan? Eigenlijk is de auteur maar slecht op de hoogte maar belangrijk is het niet want het gaat om de zoektocht van Doctor Mittwoch. Die van Liselotte houdt, dat kunnen we hier ook wel verklappen
-metempsychose; dit woord bestaat niet. Metonymisch betekent overdrachtelijk. Mnemosyne is de godin van het herinneren.-entelechie, de geest die het lichaam bezielt. Karachanidisch en Tsjagatai; Turkse talen. Sommigen noemen dit bombastisch taalgebruik, maar het staat op blz. 22 van Cocotte.
“’t Is moeilijk,” zegt hij,” om hetzelfde genoegen in de Geest te beleven, maar we doen ons best en soms heb ik het gevoel dat de entelechie een ens rationis vormt en me gnoseologische kennis geeft die vergelijkbaar is met wat u daar tussen de lakens hebt meegemaakt. Bid maar een Weesgegroetje en ’t zal je vergeven worden. Zondig niet meer.”
Mittwoch, de geest verlicht, opgeruimd, stapt naar buiten, een Verlicht man, hij gaat zelfs niet door de deur maar dwars door de muren. Rondom raast het drukke verkeer. De Geest in de Waanzin gevaren, mompelt hij en loopt verder.
Met volle teugen zuigt Mittwoch de onzuivere lucht naar binnen. “Wat een taal,” denkt hij. “Entelechie, metempsychose, Metamorfosen, voor mij is het Karachanidisch” en dat is, zoals bekend verondersteld mag worden, een voorloper van het Tsagatai. Zoals de lezer natuurlijk weet… Algemeen bekend is dat… Niemand zal het ontgaan zijn dat… De bekende Dr. Mittwoch die iedereen vanzelfsprekend kent…
Excuseer, Tsjagatai.
Het verkeer raast langs de Gedächtniskirche. Vier-cilinders in hoofdzaak, maar ook zes- en achtcilinders, met pompen en automatische elektrische benzine-injectoren. ’t Is hier vol, vol, vol van krukassen, V-snaren, hydraulische jackel-jacks minder, ontstekers, bougies, rondelen, vierkantsvergelijkingen, differentiëlen, paardenkrachten, radiatoren en koplampen die nu niet branden want het is volle dag en de zon schijnt en gooit het resultaat van kernfusieprocessen op aarde en middenin Berlijn; op Berlijn en op het dak van Schweinbäcke dat bijna middenin Europa ligt en dat heeft, weten we, al voor heel wat trammelant gezorgd.
Nu ja schrijvertje, het gaat je natuurlijk om de levendigheid van de stad maar wees niet verbaasd als ze je van moeilijkdoenerij betichtigen. Alhoewel dit, toegegeven, een ingewikkeld boek lijkt.
En nu we het toch over moeilijke woorden hebben kan ik even wijzen op het boek Geheimzinnig Landschap, dat we als feuilleton opnemen in deze website, zodat je er, lezer, kennis mee kunt maken. Ook daar staan vreemde woorden in, maar mooi zijn ze wel. Diafaan; doorschijnend. Inductie; besluit tot een algemene stelling uit een aantal bijzondere gevallen. Sherlock Holmes noemt dat deductie.
Nu wordt het tijd om een derde boek te noemen: De Waaierman, ook daar staan weer lastige woorden in die velen van u echter wel zullen kennen.
-utilistisch; megalomaan; der Keerlen God; acte de présence; oligarchie; moerbezieënboom; replica’s; pastis; Picotkousen, pelerine.
Genoeg! Over moeilijke woorden hoeven we het verder niet meer te hebben. Noch over niet-bestaande. Ze staan er nu eenmaal en hebben een functie, een rol, spelen hun deuntje mee en na de periode in onze mooie Nederlandse geschiedenis (met zwarte bladzijden), waar moeilijke woorden ( maar dat vooral in politiek en burocratie, bij betweters en bedriegelijke banken) taboe werden verklaard, moeten we ze toch weer, bij tijden en met mate, een beetje gaan waarderen. En, à bout portant, deze boeken samen zouden een Europese roman kunnen vormen, reden ook waarom we ze hier samen noemen. Ze spelen zich immers respectievelijk af in Duitsland, Engeland en Marseille en nemen in hun loop ook andere landen mee. Wat wil je! Treinen spelen in Cocotte een belangrijke rol en het hoofdstuk ‘Treinen ’ begint aldus:’En met de trein weer naar huis, de wielen suizen over de rails,de bielzen zuchten onder de rails, de rails is recht, recht, recht en is, lang voor de trein reeds, in Berlijn.’
Een vreemde zin overigens die tot denken aanspoort.
Dan nog, als klap op de vuurpijl, willen we ‘De zoektocht van professor Hemelraat ’ noemen. Een literair experiment. Waarbij het erop lijkt alsof doctor Mittwoch naar Amsterdam is verhuisd.