Wandel (2)

Vervolg van blog: WANDEL (1)

Denk niet dat ik moderne kunst veracht,
juist niet, maar zij is saai als je niet om haar lacht.

Het Rothkoproject zet zich door                  

wit schilderij
Dit schilderij is Wit op Wit

Hoewel we door het schrijven van een boek,
Een feuilleton verschijnend in de website
die jullie wandelaars natuurlijk gretig lezen,
over Nigeria, wel, wel, kan het nog gekker wezen,
het wandelgedicht wat uit het oog verliezen,
hierbij dan toch weer enkele regels voor de kiezen.
Omdat we in de krant* een plaatje zien
Van een wit schilderij, is dat misschien
een plaatje voor ons project, je weet nog wel?
Van Rothko. O, wat is dit wit toch schel.
Of juist weer niet? Wie ziet het op de juiste wijs?
De kunstenaar, Tom Friedman, naar men beweert,
heeft 1000 uren naar het wit gestaard, ik ben
ten halve gekeerd. Kom je in New York’
kijk in het Moma naar dit ‘Hours of  Staring’
geef je verstand maar even in bewaring.

zie ook gedicht over wit (enz.)

 

Een compositie uit WANDEL

Drs P. is gestorven en daarom kiezen we nu maar een bladzijde uit Het langste gedicht waarin zijn beroemde troika wordt bezongen. Ooit hebben wij dat lied, uitgevoerd door hemzelf, op een personeelsavondje, lezers, de meeste kennen zulke avonden wel, nog eens beluisterd. In ons gedicht WANDEL komt van alles aan de orde.  Dat gedicht draaft maar door. Kijk zelf maar; ’t gaat over van alles maar vooral toch over de natuur. Hierbij een compositie uit WANDEL e.a. waarbij we o.a ook het wit nog bezingen, alhoewel het wit van ‘Veel wit’ eigenlijk niet in Wandel stond, maar onder de naam van W.Istor in  ‘Op Ruwe Planken’ verscheen, evenals Meester Pennewip vertelt.

 

DE TROJKA

De troïka. Daar hadden we het al eens over.*
Het is zo’n wijd begrip, hoe schrijf je het?
Oorspronkelijk drie paarden voor een voertuig.
Ook driemanschap ; lees hier eens – ooit
de  bittere betekenis  bij  dekoelakisering.

‘De provincie stuurde het plan – het aantal koelakken – naar de districten, die verdeelden hun aantal over de dorpsraden, en de dorpsraden maakten lijsten van wie er opgepakt moesten worden. Wie de lijsten opstelde? De troika’s. Onduidelijke figuren die bepaalden wie er mocht leven en wie er dood moest. Nou ja, je snapt wel wat daar allemaal bij kwam kijken – smeergeld, of een vrouw, of oude grieven, zo kwamen soms de armsten op de koelakkenlijst, en wie wat geld had kocht zich vrij.’**
En toen in 1932 de grote hongersnood. Heb je ooit wel iets stupiders gezien? Wees, als je de geschiedenis van Rusland een beetje bestudeerd, niet erg verbaasd over hoe het nu gaat en dan kun je zelfs denken; ‘ Nu ja …  .’, alhoewel je natuurlijk ook kunt denken ‘ Godallemachtig …   .’

Een ‘stukje’ troijka kwam even op ons pad.
Dat geeft ons de gelegenheid om even
te verwijzen naar dat grappig vers van drs. P.***

—————-

*  Ook in Vaders en zonen van Iwan Toergenjev weer ontmoet. Maar  reden toen in een calèche en een tarantas.
** ‘ Alles stroomt’ van Vasili Grosmann
*** Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet/Daar vliegt hij uit de troika met een griezelige kreet/ De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij/Nog vierentachtig werst en o, wat zijn we heden blij –

 


Dit (Wandel) is een lang, zeer lang gedicht.

Lees je één bladzijde dan wellicht
ontgaat je veel; de duidelijkheid
hoort echter ook per bladzijde gespuid.
Kijken we nu naar bladzij 42, deel zeven,
dan kan misschien wel  naderhand,
(er werd door iemand op gewezen)
worden  vertaald wat in het Hollands
die Engelse woorden daar  betekenen.
’t Zijn woorden uit een zeeverhaal,
een boek van Edgar Allan Poe dat heet:
‘The narrative of Arthur Gordon Pym
of Nantucket’. Hierbij herhaald in nieuwe zin.
We leren zo iets van een vreemde taal,
die zogenaamd we alreeds spreken,
maar toch met veel gebreken.’gill
is een kieuw of kaak, leeward; lijzijde,
een windlass ; windas of lier,
een orlop-deck een koebrug op een schip
en scud is voor de wind; ook wel wolkenjacht.

 

VIJFHERENLAND

of Tielerwaard nu aangekaart.
Geen misverstand, ’t gedicht WANDEL gaat
vooral over natuur, dat zie je hier.

En nu de werkelijkheid. Leerdam bij het station,
daar waar de nieuwe tocht begon. De lucht
een beetje grauw werd spoedig blauw met
schapenwolkjes en het weer een beetje guur
werd spoedig rond het middaguur met zon,
het groen van wei na wei werd verderop
doorbroken door een bosje hier, een wilgenrij,
een boerderij, een hogestammenboogaard,
waar de perelaar wit vooral en appelbloesem
rozerood en in de sloot de waterpest.
Bij Schonewoerd lopen we op een dijk
En zien de Linge die hier wijd, althans meer mans
haar water breder spreidt en kijk een ooievaar
daar op een schoorsteen met haar takkennest,
en langs de weggerand het gele koolzaad en
wit het fluitekruid. Kom op vooruit
en dan weer achteruit gaan wij. Naar Asperen.