(wat ondiepe kennis bij elkaar geplukt)
‘k Las Galatea en zocht haar op, op Internet.
De nieuwe tijd, wie was je toch?
Ik kende je bij naam, maar verder och
Wie ben je en waar kom je vandaan?
Dus even maar naar ’t internet gegaan.
Wat een verrassing, naakt sta jij
verleidelijk op menig schilderij
en wordt omringd door schelp en golven.
O Galatea, nimf, je werpt Polyphemus voor de wolven.
Je doodde hem en deze metafoor geeft aan
Dat jij voor liefde, hete vuren hebt gestaan.
Zo heeft de naam van Galatea in mijn geest.
Haar plaats nu duidelijk ingenomen.
Ik kende die, maar nu weet ‘k weer hoe je haar leest.
O Galatea, nimf, door Rafael op doek vereeuwigd,
In beeld door Pygmalion de wereld in geslingerd.
Beschreven door Cervantes en was Ovidius er niet geweest
Dan had ook door Bernard Shaw je niet gehuldigd.
Nooit was je als My Fair Lady op toneel verschenen.
Of haal ik nu veel door elkaar en zie door de bomen
het bos niet meer? O lieve heer, o internet.
Een nimf, onthou dat maar en komt ze in je bed,
Gedenk Polyphemus, de cycloop, en wees voorzichtig.