De vorige keer in Gouda had ik het met A. en T. over de seks.
Maar daar wordt je juist droevig van en ook de Erotica
van Goethe roept oude herinneringen op.
Weemoedig stemmen de Romeinse Elegieën, de Venetiaanse epigrammen.
Nu geen gezeur en via deze en nog wilder literatuur
valt de bescheidenheid, de angst weer weg, gaan we op pad.
EN ZIET, ’t was slechts idee, de wellust keert weerom,
Ga naar een fijne hoer, zelfs als je krom bent keert veel terug.
Bemin opnieuw jong een geliefde met een rechte rug.
Okay, we weten het, het is beperkt, de echte liefde niet, wat stelt het voor,
maar heel mijn hart wenst eeuwigheid, wenst tiefe, tiefe Eeuwigkeit.
En toen zei L. bij het diner: ’Er staat zo weinig
in het gedichtverslag, toen zei de bard: ‘Lees Cocotte maar.’
Het heeft me weer op een vergeten pad geplaatst. Hiernaast
mij ligt de Erotica van Goethe die pas in Rome, 38 jaar
de seks ontdekte zoals ’t moet, wellustig en liefst zonder broek.
En dan verzucht: ‘Werther, heeft hij geleefd? Ging alles zoals in het boek staat?’
Hij is verbaasd, het smachtend zuchten van Werther is voorbij, begrijpt hij niet.
En van de andere oude kant vraag ik me af: ‘Ja, leef ik nog, nu wellust
vaag verdwenen is en je na pakweg zeventig dat gemis bij tijden sterk beleefd?’
Ach we aanvaarden het, zo is het leven, maar wacht eens even,
Goethe werd stokoud nog verliefd op wel een heel jonge vrouw.
Ook hij werd toen, ’t leven is hard, teleurgesteld. ’Ik hou van jou.’,
klinkt toch wat schutterig en is in ieder geval veel minder sexueel.
Primaire krachten zijn allicht verdwenen. Ach wenen helpt niet
en ’t leven kent nog vele mogelijkheden; maar toch een groot gemis.
Je kunt wel zeggen, al dat neuken, och wat is het nog.
Maar nogmaals toch beleef het her en lees Cocotte maar.
En eenmaal op dit ongewisse pad; betekent het nog wat?
Maar eerst naar Amsterdam waar we ….
Nee, nee, het was een slechte raad, hoewel ’t gemis bestaat.
Vergeet niet het gevoel leidde lang niet altijd tot de daad.
Het was de spanning, je zag een vrouw, je voelde veel.
En heel je apparaat wees naar de hemel toe. En hoe!!!
Verheerlijk het maar niet. Geef eerlijk toe, ’t was ook
niet altijd even fijn want de cultuur die remde je en
eeuwig zijn cultuur/natuur een paar dat almaar
duistere gedachten vormt. Daar ligt de zaak en niet in ouderdom.
Kom, kom. En nu naar Amsterdam.
Maar eerst nog even over porno in Nederlandse literatuur
Wist je dat, Jaap Goedegebure er over schreef:
‘Uw schede lacht mij lokkend tegen’.
Wist je dat zelfs Du Perron priapisch dichter was?
Zeg dus niet al te snel, het geeft geen pas over
het onderlijf te schrijven. ’t Is alleen; al tien jaar
zie ik ervan af, daar helpt geen lieve moederen aan.
Het is niet goed en ongezond, maar bijna 80 jaar,
is het niet raar maar je betreurt het wel.
En ‘k heb het niet, ben van de ouwe slag, recht op en neer.
lees in moderne boeken, over pijpen keer op keer.
over dat onsmakelijk gedoe. En over ’t poepgat want
begrijpen wat de lust dan is, het lijkt me dat …… ,
‘k begrijp het niet, het is moderne wildernis.
Ach, ‘k ben zo ouwerwets, als ik me niet vergis,
is ook seks zonder liefde , al is het maar een beetje,
slechts als het pis bij pijpen en voor je ’t weet vergeet je
dat veel moderne meiden dat slechts doen omdat het hoort.
Waarschijnlijk toch? Ik ben zo stijf, mij stoort het.
Maar ‘k zei het al,‘k ben ouwerwets en schrijf met Goethe neer:
‘ Lelijk ben ik niet meer, enkel sterk als een beer.
Dat aan je middel, een halve voet lang de prachtige roede
Hoog uit je lendenen veert, steeds als je lief het begeert.
Moge je lid niet verslappen voordat je van alle twaalf standen
Door en door hebt gesmuld die ons Philaenis onthuld.
Je aarzelt? Mag bovenstaand wel in Wandel verschijnen?
’t Is kunstig beschreven, de wellustige daad. En je leest:
‘Jullie hexameter én pentameter laat ik het weten:
Hoe ze me blij maakt bij dag, me verzaligt bij nacht.’
ons deze dag in haar wonderlijk rhytme naar Amsterdam bracht.
Zo verheft Goethe Priapus kunstzinnig tot paus van de Wallen
’t geen boeren, burgers en wandelaars wel zal bevallen.
Erotiek op straat
Aat Veldhoen, Volkskrant
Aat Veldhoen overleden, enkele prenten
zijn op Het Nieuws geweest. Een feest
van erotiek. Het schijnt dat toendertijd
het nog als ongepast beschenen werd.
Door handhavers der moraliteit.
Maar wijd en zijd toch al aanvaard.
Het is ook kunst en werkelijkheid
Hij maakte ze goedkoop, ze zijn wel
waard om in het pantheon der goden
te worden bijgezet, en toch zo van de straat.
Mij wonden ze wel op maar dit gevaar
was klip en klaar en heel gezond. Daar
zien we nu na zoveel jaar zijn prenten weer.
Gewoon in Het Nieuws. Alles gelijk.
En toch veranderd.
Ach, seks blijft toch ook nu een heikele zaak.
Kijk maar eens in de Volkskrant en de Telegraaf.
De meeste prenten immers van het naakt
die Veldhoen ventte langs de gracht, op straat
waren vol dierlijke en goeie vrijpartijen. Misschien dat
Cultuur nog steeds achteroverslaat?
De mens als dier is waar maar gaat te ver? (welnee)
Ook in verval, En niet zo glorieus, ja heus
Dat was de keus der kunstenaar en daar
had toendertijd –en nu?- de goegemeente toch wel moeite mee.
Met vunze platen op een bakfiets door de stad.
Wat zou er nu in Amsterdam gebeuren? Kan ‘t nog?
Zou niemand het meer zien?
Misschien; of stoort het godsdienstlust?
Het vuigste boekje uit de kast nu even ingekeken.
d’ Anti-Justine, Restif de la Bretonne, ach onze tijd
is toch zo preuts. En immer meer wordt de erotica
verhandeld, zwijmt meer en meer naar pornografica.