Drie praatgedichten

OVERWELDIGEND
Je wilde een gedicht maken over overweldiging
En schreef er toen maar Overweldigend boven
Waarna je niet veel verder kwam dan wat gestotter
Zoals ’hoe is het mogelijk’ en ‘hoe bestaat het.’
En dat alleen maar omdat je weer een website vond
met zoveel prachtige afbeeldingen en orde
en teksten en je bent al verbijsterd door de wereld.
Eerst dacht je nog dat het je eigen website was,
en dan al die films en de hele rataplan van de wereld.
Het is allemaal overweldigend en dat hele idee
over overweldiging zullen we maar even laten,
laten voor wat het is en laten het toch maar staan,
Bovenaan, in zin één, want natuurlijk bestaat het wel.

TOEN 26.6.’17
Het schijnt de praatpalen verdwijnen
En ‘k hoor het stemt de omroeper
een beetje verdrietig en weemoedig.
Nu moet je eens horen, ik sprak
nooit in een praatpaal en toch
maakt het me ook weemoedig en
noem je zo’n interviewer nog
wel omroeper? Ik bedoel zij is het
allebei, ja op de radio, ik ben blij
dat ik het weet, ja van de praatpaal,
anders keek ik er tevergeefs naar
zonder ze te vinden, gele praatpalen
langs de kant der weg en later zeg je,
o ja, dat was toen.

NIET ALLES KAN MEN TOCH VERTELLEN
Eer zou men verder niet meer schrijven,
Eer zou ik in de Waal verdrinken,
Eer zou men in de goot verzinken
Eer zou men in de hel verblijven,
Eer zou men van je liefde niet genieten,
Weer zou men bij je willen zijn,
Eer zou ik met mijn tenen spelen
Eer zou men vloeken met venijn,
Eer zal men pissen op mijn broek

Eer zal ik zwijgen als het graf
Dan dat ik alles zal vertellen
Waarom men in dit leven gaf.


 

Plaats een reactie