Avonturen in Nigeria (02)

Afrikaanse cultuur

We hadden het al over white man’s grave en verdomd als we dan niet aan white man’s burden denken.  Enkele woorden waarmee de geschiedenis van Afrika in westerse ogen zo’n beetje begon. Alhoewel in het geval van Nigeria er toch wel eerdere ontwikkeling was geweest en dan hebben we het vooral over het Koninkrijk van de Yoruba’s. Een centraal gezag, een koning, een gouden stoel of zoiets, gestolen door de Engelsen en of die nog steeds in het Nationaal Museum  staat weet ik niet, maar dat zullen we, als we daar zin in hebben , nog nagaan. Die Gouden Stoel  kan trouwens ook wel van de Ashanti zijn die momenteel in Ghana wonen. In iedere geval uit een ontwikkelde cultuur en alhoewel er over de Yoruba-cultuur veel slechts valt te zeggen, ze verhandelden slaven, verkochten ze aan de Islamieten, die ze doorvervoerden en verkochten aan de Hollanders, de Engelsen en de Portugezen die ze vandaar vanuit Elmira, dat nu in Ghana ligt, weer naar Virginia of Brazilië verscheepten waar ze verkocht werden aan de planters, waarna ze hard moesten werken op de plantages die anders niet tot bloei gekomen waren en misschien had de katoenweverij in de Midlands zich dan wel niet ontwikkeld die zo goed liep dat de Britten op een gegeven moment de  prachtige stoffen in India konden vervangen en daar de weverij enzovoorts naar de knoppen hielpen, valt er ook veel goeds over te zeggen, hetgeen we zeker nog zullen doen, maar dan moeten we eerst nog eens naar het museum hier in de buurt want hoewel we daar al vaak waren zijn we vrijwel alles vergeten. Ja, al jaren bezoek ik dat museum regelmatig en probeer iets van de Afrikaanse culturen te begrijpen en op te steken; maar naadje. Ik ervaar wel een geheimzinnige wereld, maar al die vreemde namen, die duistere begrippen, dat primitivisme van natuurvolken, er ontgaat me veel. En toch blijft het boeien. Als je er rondloopt hoor je als het ware de tamtam en kom je in aanraking met de voorouders en de geesten. Ach, daarom zwerf ik er misschien zo dikwijls rond.

Ik kijk met plezier naar een beeld van de Yoruba dat een vrouw in rust uitbeeldt. Het is prachtig  en straalt kalmte en evenwicht uit. Een evenwichtssymbool dat de kern van hun denkwijze uitdrukt. Iwontunwonsi. Probeer zo’n naam maar eens te onthouden. Misschien door die naam hier neer te zetten, leg ik haar nu wel in mijn hoofd vast. De naam, want het beeld zit er al. Ondoorgrondelijk is Afrika dikwijls voor ons. Bij de Yoruba verwijst de term Iwontunwonsi naar de gulden middenweg. Het vermijden van uitersten draagt bij tot Itutu, de onverstoorbare zelfbeheersing die de Yoruba als kenmerk van de beschaafde mens beschouwen en die ook deze voorstelling lijkt uit te stralen. En Onile; de betekenis is ‘eigenaar van het huis’, is een verwijzing naar de stichters van de plaatselijke gemeenschap. Een mooi beeld, Een rustgevend beeld. Een vrouwenfiguur die een filosofie uitdrukt. Ach, hoe vaak heb ik er niet in stille overpeinzing naar gekeken.
En als ik nu de tekst bij het beeldje lees: ‘Onile-figuur. Aardewerk h 70 cm.’ begrijp ik iets van de betekenis.

Onile

Foto: Afrika Museum, Berg en Dal

Overigens, je hebt in Nigeria drie grote bevolkingsgroepen die eigenlijk stammen zijn. De Haussa’s in het Noorden, waar de Sahel is en de boomgroei overgaat in de savanne, de Yoruba’s  in het Westen en in het Oosten de Ibo’s die ooit hun deel van de olie opeisten. ’t Was meen ik in het begin der zestiger jaren toen een heftige burgeroorlog ontstond en er duizenden van de honger omkwamen en in het algemeen waren we in het Westen voor de Ibo’s, herinner ik me nog. Nu ja, er zijn ook nog veel kleinere stammen en ’t is een wonder, met al die corruptie dat het land nog samenhangt, bij elkaar blijft. We zullen zien, maar vrezen het ergste, want er staat nog veel te gebeuren. En als het gebeurt, net zoals in Perzië, als bij de ‘Arabische Lente’ of bij de val van De Muur, dan zullen wij verrast zijn. Terwijl de mensen die er woonden nog meer verrast zullen zijn, waarschijnlijk, maar toch minder verbaasd. De geschiedenis bestaat nog steeds en is holistisch, nee, ik zoek een ander woord. Ben al weer dat verdomde woord kwijt. In ieder geval eenmalig in de details en uniek en vandaar ook geen wetenschap. Syn- ? Ideocratisch? Nee, mijn hoofd lijkt wel een zeef en daar had ik het laatst met Zwanikken nog over. Toen hij zei:’Ik heb daar zoveel meegemaakt dat ik het meeste ben vergeten.’ En omdat ik al zo het een en ander had gehoord zei ik: ‘Gelukkig maar.’

En ineens duikt ’t woord op: contingentie.

De geschiedenis is contingent. De geschiedeniswetenschap is contingent en we kunnen weer verder, want geloof maar lezers, het niet-vinden van zoiets, van zo’n woord of je verloren zakboekje, spookt maar door je hoofd en houdt je bezig en mensen die daar geen beheersing over hebben komen in het gekkenhuis terecht of worden neurotisch maar de gezonde mens weet het te ‘handelen’ en gaat  gewoon door. Maar we herkennen dit verschijnsel natuurlijk allemaal en collectief is het een groot probleem. Als het collectief eenmaal op de verkeerde weg is en een bepaalde moraal heeft verloren bij voorbeeld is het deksels moeilijk om dat te herstellen want het collectief komt niet in het gekkenhuis terecht maar meer en meer wordt beweerd dat de gekte binnen het collectief gewoon normaal is. Welnu, daar gaat dit feuilleton niet over, maar misschien schemert het wel aan de oppervlakte tussen de woorden door. Vooral in Nigeria weten ze er wel weg mee en je moet niet verbaasd zijn als er een moment komt dat de zaak onhoudbaar wordt en we verrast zullen worden door grote en bloedige gebeurtenissen. Na wat Zwanikken me zoal vertelde zou ik daar  helemaal niet van staan te kijken. Maar de woorden moesten er dikwijls uitgetrokken worden, want  over alles wat Afrika betreft is Zwanikken behoorlijk zwijgzaam en daarom zal ik nu ook maar iets over mijn eigen verhaal vertellen. Alhoewel het me moeite kost. De sluier die over mijn bestaan ligt een beetje onthullen. Ik had best, vooral nu ik er achteraf over denk, in Zuid-Amerika willen blijven maar enkele schoften, en dat nog wel van mijn eigen organisatie, belazerden me en natuurlijk is het mijn eigen schuld want je moet je niet laten bedriegen. Maar ze speelden het subtiel en uit zogenaamde bezorgdheid en zeiden dat ik misschien een tumor in mijn hoofd had en belden met redenen zogenaamd naar het hoofdkantoor enzovoorts, enzovoorts en zo ging de bal aan het rollen. Nu ja, voorlopig genoeg hierover.

’t Doet me nog steeds pijn om te denken hoe mensen, en dan vooral een priester en een oud commando, zo slecht kunnen zijn. Nog niet zo erg allemaal, maar ’t had zo zijn gevolgen want daarna bleef ik in Nederland hangen. Een goed land natuurlijk, maar heb er toch verder weinig beleefd. Betrekkelijk weinig. Soms dacht ik wel eens: ‘Was ik maar in Brazilië gebleven.’ Je denkt dan altijd aan het mooie en hoe prettig je het daar vond maar laten we eerlijk zijn, misschien was je daar ergens wel in het binnenland vermoord of had dingen beleefd die veel verschrikkelijker waren. Toendertijd, realiseer ik me nu, heb ik ook wel geluk gehad. Om een kleinigheid te noemen. Ik ging vaak naar het binnenland, de bush-bush, de jungle, backlands, bedenk maar een naam. Nam nooit iets in tegen malaria, paludismo, en heb de ziekte toch nooit gekregen. Maar als ik er langer was gebleven; hoe was het dan afgelopen? En okay, je kunt er lang mee doorzieken maar geloof maar, als ’t doorzet, dat je er behoorlijk last van krijgt en het je leven kan  beïnvloeden. ‘k Heb malaria-aanvallen gezien waar je niet goed van wordt en dan te bedenken dat ze de ziekte bijna onder controle hadden, maar door … ……ach, laat maar zitten. We willen het niet over afschuwelijke tropische ziekten hebben alhoewel die natuurlijk ook in Nigeria voorkomen. Nee, je denkt al gauw dat alles, als je in de tropen gebleven was, pico-bello en mooi was geworden. Getrouwd met een vurige Zuid-Amerikaanse en op den duur een hacienda gekocht waar je nu als een landheer je cowboys of vaqueiro’s een beetje achter de vodden zit en op je paard door het prachtige landschap rijdt, enzovoorts, enzovoorts.

Zoals bij voorbeeld Zwanikken allemaal heeft meegemaakt in Nigeria waarbij hij nog goed is uitgesprongen, maar ondertussen; hij heeft niet voor niks zo’n zorgelijk en bedroefd gezicht. Hij vertelt hoe hij malaria opliep toen hij als handelsagent, of hoe je ’t noemen wilt, in de binnenlanden van Nigeria zijn negotie deed. ‘Godallemachtig, je zweette het leven uit je body, je lag te schudden van de koortsaanvallen, je verloor al je energie en als je dan dacht dood te gaan, was het moment gekomen om met trillende benen weer op te staan. En ’t laatste volgens mij door de goede zorg van: ‘noem het mijn zwarte amante.’ En hier, ver weg van deze gebeurtenis, wendt hij zijn hoofd af en zie ik tranen in zijn ogen. Minouche wil hem strelen, maar hij trekt zich terug en wil daar niks van weten.

We zitten nu trouwens gezellig op het terras van zijn villa in de bosrijke omgeving bij de stad N. met een Ierse whiskey en zijn vrouw Minouche en ik zeg: ‘Tja, je weet het niet. Als ik naar het binnenland ging nam ik van te voren nooit malariapillen. Te lastig, ik dacht er gewoon niet aan. Je moet ze weken van tevoren innemen.  Maar ’t is een geweldige ziekte en ik herinner me de  landbouwman, noem hem consulent, die soms dagen op zijn bed lag te schudden. Die bedden daar waren door de boeren zelf gemaakt. Heel eenvoudig maar sterk. Een raamwerk van hout en daarover leren riemen gespannen. Allemaal zelf op de natuur veroverd en zelf gemaakt, net als hun hutten. En hij lag daarop te zweten en te draaien totdat-ie het weer gehad had en verder kon. Een oersterke aardige kerel. Hoe heette-ie ook alweer? Sanchez, geloof  ik.’

En dan zwijgen we en Minouche kijkt ons aan, met bewondering, want die ouwe kerels hebben wat te vertellen. Maar wat stelt het eigenlijk voor en dood gaan we toch.

Lees vervolg in blog: ‘Avonturen in Nigeria (3)’