Oorlogsvers 2

Onverdragelijk hoe Charkiv bloedt.
Hoe Marioepol tot puinhoop is geslagen.
We zijn erbij; toch ben je er niet bij, bij
vlagen raast de razernij voorbij. Je ontbijt.
Hoe heet dit? Armageddon, kijk daar
loopt Satan, Beëlzebub, gevolgd door
Poetin en zijn club. Meestal nog in net pak.
Gelikt, gelakt, dat wordt hem afgepakt.
Hij kleedt zich aan. Waar komt zijn onderbroek vandaan?
Van de vuilnishoop. Hij wrijft zich in met stroop.
Het wapentuig komt overal vandaan. Sla het maar op.
We gaan het niet gebruiken totdat het nodig is.

Toch moeten we bewapenen. Het is… een duivels dilemma.
Want weldra –eens- komt W.O. III er aan. We gaan naar de
verdommenis. Het is, benoem het maar …. Heel naar.

Foto uit Volkskrant

XI
Maar kijk, de camelia bloeit kort en rood alweer. Verklaar
Assad de oorlog maar. Leidt Rusland maar wat af. Daar
wordt een wijk al herveroverd, een kleine stad. Wat geeft
het dat we dansen op de rand van het ravijn. Als we moreel
en zuiver zijn. Magnanimous in peace?
Ach, wees toch creatief mijn lief. En als je dan gewonnen
hebt. Nou ja, sla nieuwe paden in. Want anders is ’t begin
van groter oorlog nog. Meer wapens; China wordt al
genoemd. Dat is de weg niet die verzoend. Bewapen je.
Ga door met ontwapening. De camelia bloeit.

XII
Zo slepen we de toekomst er maar bij. HONGER.
Een stad wordt uitgehongerd. De Rus hongert uit.
De graanschuur ligt in het blauwe land. LÖSS.
En Rome’s graanschuur lag eens in Noord Afrika.
Nu grijpt de honger om zich heen. Is het gezond
te wonen waar geen gras meer groeit?
En economen morsten de ‘wet der comparatieve kosten.’
er overheen. Nu zijn er teveel mensen in het verdorde land.
Twee namen; Amanpour van CNN die ik bewonder en bemin.
En Peskov, woordvoerder van Poetin; je denkt bij iedere zin,
een leugenaar. We zien zijn Richard Mille watch* nu niet.

We slepen er van alles bij. WIJ, deelgenoten.
* 670.000 dollar

XIII
Terug naar de wereld waar een vogel zingt.
Een nieuwe dag dringt in de stadsruïnes door. Bleek vuur
lees je van Nabokov. Een gedicht met commentaar.
Vier cantos waar je weinig van begrijpt, maar niet zo raar
als oorlog en verwoesting zonder duidelijke bron.
Althans voor ons. Om olie, metalen, om een groots idee?
Welnee, om grondverlies, gekrenkte trots, om niks
wat Rusland nodig heeft. Om levenslust al allerminst.
Om angst als je ‘t geloven mag. ‘Wij zijn bedreigd door NATO.’
Ach, als dat werkelijk zo was, dan …., maar…. Okay, er was
geen sprake van, maar ik ben bang het valt zo uit te leggen.
Laat Oekraïne voorlopig maar een grensland zijn.

XIV
Er dringt daar wat begrip door in de tekst.
‘Het valt zo uit te leggen.’ Die Poetin is behekst.
De leugen heeft van heel een volk bezit genomen.
Maar heftig, absoluut wordt dat door poëzie bespogen,
gewogen, gefileerd, gebrandmerkt en omgekeerd.
Ook hier is ‘t vol bedrog, maar democratie roept
tegenkrachten op en leert de burgers protesteren.

XV

Nu kijken wij de tuin in; zien mezen komen. Zie kleine bomen
schieten op. Zien: snoeien misschien nodig want
de wilde tuin wordt al te wild. De sering, buddleia in de knop
de klimop woekert over muur en Aarde, mijn waarde, wild is
mooi maar waar zijn Digitalis,Theunisbloem, Franse
Geranium? Geen bloemen in de tuin?
Kom. Maak wat vrij. Doe er wat aan.

XVI

Kom, kom. Dit is een oorlogslied. Ja maar…..
Het staat in ons Groot Wandellied. Vandaar…die mezen, enz.
Van dag tot dag ligt Oekraïne ook nog ver van huis.
Hier ben je toch abuis. De rand van ABC-oorlog is nabij.
Daar is een klokje van*. Hoeveel seconden hebben wij?
Ik wed het is behoorlijk dichterbij; nooit kijk ik op dat klokje.
Want wil niet leven met die godverdomde klok.
De bard is onverschillig en van dag tot dag kijkt hij
nu in zijn tuin. Hij gaat viooltjes planten en cichorei.
Misschien een groententuin met sla en boontjes?
Hoe kom je daar nu bij. Aardappels en wortelen.

* doemdagklok uit Chicago.

XVII
De medicijnendoos leger, de dodenkist voller.
Het ABC is nog niet aangesproken; wel worden
Implicaties van de rode lijn besproken. SOS .
Dit oorlogslied ontsiert het Langste gedicht Wandel.
Het impliceert wat om ons heen gebeurt. Gelukkig
daagt aan de horizon het wandelpad weer op.
Behalve als een zot roet in het eten gooit.

Uit: The road not taken (In: Wandel 8 )
Two roads diverged in a yellow wood,
And sorry I could not travel both
And be one traveller, long I stood
And looked down one as far as I could
To where it bent in the undergrowth;

                                        The Road Not Taken – Robert Frost.


 

Plaats een reactie