Sonnet over nieuwjaarskonzert
In Wenen in de Kunstverein, traditie in het nieuwe jaar.
We zijn daar weer; o kijk, de arabesken, triolen
En ¾ maten, de Ionische zuilen en alles bij elkaar
Vertrouwelijk en hoor; hoor maar, de lieflijke violen.
Gustavo Dudamel staat voor – merendeels- de zwarte heren,
In kleren dan. Het Gouden Plafond. Kijk flamingobloemen
en amarillas, ach tulpen, kleuren. Rozen blauw als zomermeren.
Nogmaals plafond. Dan film, dans. Hier Winterlust benoemen.
En meest dramatisch maar toch luchtig in ¾ maat.
Mephisto’s Höllenrufe, de duivel maar hij gaat
verleidelijk gekleed. Dat is nu juist zijn ambacht.
De duivel lacht heel vaak in ¾ maat en in de Kaiserstadt
hebben ze daaraan ook gedacht. Hoor hoe hij lacht
Onder kristallen luchters. Maar nu de Blaue Donau.
Parket, hout, marmer
’t Applaus sterft weg, de eerste morgen van dit jaar alweer voorbij.
Hoe vaak zullen we ’t Nieuwjaarsconcert nog beleven?
Hóé oud ook, voor tien jaar tekenen we; zo immers rekenen wij.
En flauw gezegd; vreugde wordt ieder jaar en vaak of soms gegeven.
Zwijg oude man, we zien de vrouw in ’t groen en Lippizaner paarden.
Indianer-galop. En teder, harp, violen, vogelgeluid, Nasswalderin.
Een ouverture, Parket, hout, ,marmer. En in de Hofburg dwaalden
de geesten van de Vater, Sohn, van Junior, Auf zum Tanze, in
het park rond. Openen mond en oren, kunnen niet horen.
Waarom, terwijl ik blij het Nieuwjaarsconcert alweer begroette.
De geesten in mijn geest en ziel nog komen wroeten,
is mij een raadsel. Zouden schoonheid en dood samengaan?
Ach wonderlijk bestaan en dan het eind Radetzkymars.
Ook Winterlust gehoord. In 2017 gaan we er weer tegenaan.
Met blues
En ’s avonds nog het Nederlands Nieuwjaarsconcert.
In de jazzy sfeer. O heer, o heer, de blues.
En nieuw en oud, en jong en fris, niet mis
En dan de entourage, Concertgebouw, als ik me niet vergis.
Met een vamp, een pop, een dame grande, vedette,
Star, de groggy stemmen, de sfeer, de klarinetten,
O heer, o heer en nieuw talent, Nina Simone, oude namen
En nog veel meer, klagelijke tonen en dat samen,
vol kleurigheid en nog veel meer, o lieve heer.
Hoe kan ik de muziek vertellen en ied’ re keer
verrassing, dynamiek, en de muziek een meer
van moderniteit, maar klassiek onderbouwd.
Begrijp je me? Vertrouwd en onvertrouwd.
De kopersectie, de piano, de hobo’s met hun klank van hout.
mooi wim