Bolt verbijsterd over eigen falen

Foto: De Volkskrant, 24 augustus 2015, Ian Walton/Getty.
Finish van de 100 meter in Peking. Bolt (baan 5) blijft Gatlin (baan 7) net voor.

 

Usain Bolt loopt de 200 meter in New York in 20,29 seconden. Hij wint  de race in de Diamond League weliswaar, maar is verbijsterd over de slechte tijd. Toch zou hij later de 200 meter, nipt, weer winnen op de Wereldkampioenschappen Peking 2015.

Zijn wereldrecord ligt op 19,19.  Zijn wereldrecord op de 100 meter 9,74.  Ah! Ik zie hem graag lopen. Hoor hem graag praten. En dan zijn gebaar. En vandaag 25.8.2015,  zien we Bolt weer terug. Wint met 9.87 zijn ronde in de halve finale van de 100 meter Peking 2015. Bolt wint de finale 100 meter tenslotte in 9,79. Gatlin 9,80. Een honderdste seconde verschil.

Genoeg cijfers om eens na te denken over de seconde. Over de tijd. Over de zin van verschil en over het leven. Over Jesse Owens die het record zo lang bezat.

En DAN Dafne Dekkers die in het Vogelnest te Peking de wereld versteld doet staan met een tijd van 21,63  op de 200 meter en maar herhaalt dat ze het bizar vindt, hetgeen me voor haar inneemt want daar zit verwondering en bescheidenheid in en ’t is een woord dat je in de sport niet veel hoort. Evenmin als het woord verbijsterd overigens want dat zijn toch meer woorden die sportlui niet zoveel gebruiken.

Dit record van Dafne blijft waarschijnlijk nog wel even staan of ze moet zichzelf snel verbeteren, hetgeen toch niet voor onmogelijk wordt gehouden. Ook dat van de Keniaan Julius Yego die de speer van 2,6 meter en 800 gram maar liefst 92,72 meter gooide lijkt voorlopig wel een blijvertje en dan denken we weer aan Jesse Owens wiens record op de 100 meter enkele tientallen jaren overleefde. Gevestigd in 1938 met 10,2 seconden, hand-geklokt en wat ruwer dus, geen honderdsten. Maar die tijden zijn voorbij en we vragen ons af waar ligt de grens.

En goddank is daar de nano-wetenschap en de mini-sluitertijd anders kon je de verschillen nauwelijks meten. Maar die kleine verschillen; hoe worden zij bejubeld. En zie hoe de wereld steeds verfijnder wordt.

Ook om over na te denken.

Net gezien het hoogspringen. Een Canadees wint na een zeer spannende strijd. In de barrage. Hoogte 2 meter 34, ga er maar aan staan. Nummer twee is de Oekraïner Bogdan Bondarenko en de Chinees Zhang – was het Zhang? Ja, Zhang Guowei, we kunnen niet al die namen onthouden – werd ook gedeelde tweede. Hoogte 2.33. Ach de verschillen zijn zo klein  dat ik de neiging heb de finalisten allemaal te bewonderen. Alleen bewondering voor nummer 1 is zo mager. En in China staat de familienaam voorop. Dus de president heet Xi en zijn voornaam is Jinping.

De 4 x 100 meter vrouwen. Gewonnen door, niet vergeten, Jamaica. De tijd was 3.19.13.
De heren 4 x 400 meter, 1) Ver. Staten, 2) Trinidad &Tobago, 3)  Groot Brittannië. Winnende tijd 2.57.82. Dus 21,31 seconden sneller dan de dames.

Atletiek. Daar vliegt het leven voorbij.

Jesse Owens won trouwens vier gouden medailles  op de Olympische Spelen 1938 van Berlijn. 100 meter, 200 meter, verspringen en 4 x 100 meter. Kan niet meer op zulke verscheidene disciplines. Jammer want wat zou het mooi zijn geweest als Dafne Schippers ook de tienkamp had gewonnen. De wereld is wel vooruitgegaan, maar tegelijkertijd  ook achteruit. ‘Als je begrijpt wat ik bedoel’ zei heer Bommel. ‘De variëteit wordt minder’, zegt Tom Poes.

O ja, Sifan Hassan niet vergeten, onze andere kampioene. Brons op de 150 meter. En…   Kenya meeste medailles. Nederland 12de plaats.

De meest complete prestatie vind ik toch de tienkamp, gewonnen door Ashton Eaton met 9045 punten. Variatie is immers de moeder der natuur. Ashton James Eaton werd op 21 januari 1988 geboren en is lid van de Oregon Club Elite Team uit Eugene, Oregon. Zijn Collegiate Career bestaat vnl. uit sport en of hij verder iets leerde is duister, althans op Wikipedia. Sifan Hassan kwam in Eindhoven terecht en volgde een opleiding zorg op het ROC aldaar.

Toch, och en welzeker blijft de amateursport in mijn ogen het belangrijkst.